Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste en het tweede cassatiemiddel
3.Beoordeling van het derde en het vierde cassatiemiddel
4.Beslissing
14 januari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De verdachte, geboren in 1975, was beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van een groot aantal (automatische) vuurwapens en munitie, waaronder een machinepistool Scorpion, in een kantoorgedeelte van een loods. In eerste aanleg was de verdachte vrijgesproken, maar het gerechtshof had deze vrijspraak in hoger beroep vernietigd. De Hoge Raad heeft de cassatiemiddelen van de verdachte beoordeeld, waarbij de advocaat-generaal B.F. Keulen had geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelde dat de klachten over de uitspraak van het hof niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft uiteindelijk het beroep verworpen, waarbij de vice-president M.J. Borgers als voorzitter optrad, samen met de raadsheren A.L.J. van Strien en C. Caminada, en de waarnemend griffier E. Schnetz aanwezig was.