ECLI:NL:HR:2025:65

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 januari 2025
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
24/01500
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over gegrondverklaring beklag inzake beslag op airsoftwapen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam. Het betreft een beklagprocedure over een beslag dat was gelegd op een 'goudkleurig airsoftwapen', dat was aangetroffen tijdens een doorzoeking van een bedrijfspand in het kader van een strafrechtelijk onderzoek tegen een derde. De rechtbank had geoordeeld dat het voorwerp als kunst moest worden aangemerkt, en had het beklag gegrond verklaard, wat leidde tot teruggave aan de klager. De officier van justitie had echter aangevoerd dat het voorwerp een bijna exacte kopie was van een AK47 en dus als verboden wapen moest worden aangemerkt volgens de Wet Wapens en Munitie (WWM). De Hoge Raad oordeelde dat de rechtbank het summiere en voorlopige karakter van de beklagprocedure had miskend door vooruit te lopen op de uitkomst van de hoofdzaak. De Hoge Raad vernietigde de beschikking van de rechtbank en wees de zaak terug naar de rechtbank Amsterdam voor een nieuwe behandeling van het beklag.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/01500 B
Datum14 januari 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Amsterdam van 6 maart 2024, nummer RK 23/030095, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door het openbaar ministerie. Het heeft bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot terugwijzing naar de rechtbank Amsterdam teneinde op het bestaande beklag opnieuw te worden behandeld en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt onder meer dat de rechtbank bij de beslissing tot gegrondverklaring van het beklag het summiere en voorlopige karakter van de beklagprocedure heeft miskend door vooruit te lopen op de mogelijke uitkomst van een nog te voeren procedure in de hoofdzaak.
2.2
De klacht is gegrond. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal. Dat brengt mee dat bespreking van het restant van het cassatiemiddel niet nodig is.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de beschikking van de rechtbank;
- wijst de zaak terug naar de rechtbank Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en C. Caminada, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
14 januari 2025.