2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
Op maandag 1 mei 2017 verrichtte ik, [verbalisant 1] , tactisch onderzoek teneinde vast te kunnen stellen of en op welk moment [verdachte] aangesteld was als gerechtsdeurwaarder.
Bij de inbeslaggenomen goederen onder A1.0.1.01.023 trof ik de navolgende bescheiden aan die hierop betrekking hebben:
- Een brief van de Arrondissementsrechtbank te [plaats] , waarin onder andere staat vermeld dat [verdachte] op 28 juni 1995 zijn eed aflegde daar hij bij Koninklijk Besluit d.d. 19 mei 1995 benoemd was tot deurwaarder in vaste dienst bij de Arrondissementsrechtbank te [plaats] en het kantongerecht te [plaats] (bijlage 5);
- Een brief van [getuige ] te [plaats] gericht aan de Minister van Justitie d.d. 14 januari 1995 met het verzoek om de aanwijzing van [verdachte] als kandidaat-deurwaarder bij voornoemd kantoor per 1 februari 1995 goed te keuren (bijlage 9);
- Een brief van [getuige ] te [plaats] gericht aan [verdachte] d.d. 13 februari 1995 inzake de beschikking tot toegevoegd kandidaat-deurwaarder van [verdachte] bij voornoemd kantoor, met bijlagen van het ministerie van justitie, sollicitatiebrieven van [verdachte] en een verklaring omtrent het gedrag van [verdachte] (bijlage 10).
2. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 januari 2017 (...), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige ] :
In 1997 is besloten om samen met [verdachte] een maatschap aan te gaan.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 januari 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 2] :
Nadat de Officier van Justitie [...] had medegedeeld dat wij naar aanleiding van een onderzoek naar mogelijke strafbare handelingen van [verdachte] kwamen en dat wij op grond van dit onderzoek een doorzoeking in het bedrijfspand wilden doen, gaf de directeur onder andere het volgende aan:
- Dat [verdachte] op donderdag 12 januari 2017 zijn ontslag heeft ingediend bij de Koninklijke Branche Vereniging Gerechtsdeurwaarders (KBVG).
5. Het proces-verbaal van de in deze zaak gehouden terechtzitting in hoger beroep d.d. 13 juni 2023, voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
Het klopt dat ik in de periode van de mij tenlastegelegde feiten als gerechtsdeurwaarder werkzaam was voor [A] B.V. Het klopt dat ik in 1995 werd beëdigd.
U, voorzitter, houdt mij voor dat uit het dossier blijkt van verschillende vrouwen die hebben verklaard dat ik daar – zonder uitzondering – langskwam omdat ik daar als gerechtsdeurwaarder iets moest doen. Ik zeg u daarop dat dit klopt. Vanuit die hoedanigheid moest ik daar langs. Als ik als gerechtsdeurwaarder langskom is er wat aan de hand. Ik kom daar niet voor de lol en die mensen zien een gerechtsdeurwaarder niet zomaar. Ik kwam soms vanwege grote schulden.
Het klopt dat ik met een aantal van deze vrouwen waar ik als gerechtsdeurwaarder langs kwam seks heb gehad tegen betaling.
U houdt mij voor dat vrouwen in het dossier hebben verklaard dat ik wist dat zij financiële problemen hadden en dat zij bang waren voor de consequenties van het niet tijdig betalen. U houdt mij voor dat ik vrouwen ook heb geïnformeerd over de mogelijke gevolgen daarvan, namelijk dat er beslag zou kunnen worden gelegd. Ik zeg u daarop dat dit klopt en dat dit laatste zou kunnen.
U houdt mij voor dat ik als gerechtsdeurwaarder invloed kon uitoefenen op bijvoorbeeld beslaglegging, uithuiszetting of het moment van betaling. Dat klopt.
U houdt mij voor dat een deurwaarder een bepaald gezag uitstraalt en vraagt mij of ik mij onder de eerder genoemde omstandigheden kan voorstellen dat – wanneer ik een voorstel doe om tegen betaling seks te hebben – de vrouwen dat hebben ervaren als een situatie waarin zij geen andere weg zagen dan op mijn voorstel in te gaan, omdat het in feite kiezen is tussen twee kwaden: enerzijds beslaglegging of uithuiszetting en met kinderen op straat staan en anderzijds iets doen waar je geen zin in hebt. Ik zeg u daarop dat ik mij dat kan voorstellen. Het zou inderdaad zo kunnen zijn dat de vrouwen de link leggen tussen de schulden die zij hebben en hun bereidheid tot seks als ik ze vraag naar hun ruimdenkendheid.
(...)
Het is niet gebruikelijk om als deurwaarder bij mensen naar binnen te gaan, tenzij het bijvoorbeeld hard regent of je ergens al twintig keer bent geweest.
26. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 17 oktober 2016 (...), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [aangeefster 1] .:
(...)
V: Wat kun je verder vertellen over jouw financiële situatie?
A: Ik had huurschulden, schulden bij postorderbedrijven en schulden uit mijn tweede huwelijk. Alles bij elkaar zal het ongeveer Euro 2.500,- zijn geweest.
V: Hoe ging dat met de deurwaarder?
A: Waarover ik aangifte wil doen, die man ken ik al heel lang. Ik kende hem al omdat hij bij mijn oma kwam, omdat ze denk ik schulden had. Ik heb hem ook een paar keer bij mijn moeder gezien, in de periode dat ik daar woonde. Zij had ook schulden. In oktober 2004 kreeg ik een flatje in [a-straat] in [plaats] . Toen hij bij mij aan de deur stond, heb ik hem binnen gelaten.
V: Hoe kwam het dat je hem binnen liet?
A: Ik was bang dat hij mijn spullen zou meenemen, ik wilde weten wat voor een vordering het was en ik had natuurlijk schaamte, omdat hij op de galerij van de flat stond. Toen hij eenmaal binnen was, vroeg hij of ik nu alleen woonde en of ik niet meer bij mijn moeder woonde.
V: Wat is de naam van die deurwaarder?
A: [verdachte] [het hof begrijpt hier en hierna telkens: [verdachte] ].
(...)
V: Vertel eens verder over hoe het contact met die [verdachte] verliep?
A: Het was dus een bekende van mij, omdat ik hem vaker had gezien bij mijn moeder en oma. Ik vertrouwde hem daarom ook. Daarom liet ik hem binnen. Hij vroeg toen of ik niet eens een avondje uit wilde met een vriend van hem. Ik vroeg toen wat hij daarmee bedoelde. Hij zei dat het gewoon een avondje uit was en misschien wat meer en dat ik dan wat betaald kreeg. Zo kon ik dan van mijn schulden afkomen. Ik vroeg toen aan hem wat hij voor mij bij zich had. Hij gaf mij toen geloof ik een brief over de huurschuld bij de woningstichting. Volgens mij was dat toen een brief om mij op te roepen voor het kantongerecht in [plaats] in verband met de huurschuld. Ik moest voor het kantongerecht komen.
A: De keer erna kwam hij weer binnen en had weer een “stuk” bij zich. Hij vroeg toen aan mij of ik over die vraag had nagedacht. Hij zei toen: “Je hebt zo veel schulden, misschien kan je een paar keer met mij naar bed tegen vergoeding en worden de schulden minder.” Ik ben hier toen op dat moment niet op ingegaan, ik was geschrokken door wat hij zei. Hij zei: “Ik kan je er echt mee helpen, je schulden worden dan minder.” Als er nu aan terug denk dan vind ik dat hij echt flink op mij heeft ingepraat.
V: Hoe ging het toen verder?
A: Hij was toch wel heel specifiek in hoe hij het wilde. Ik heb hem toen gevraagd wat hij eigenlijk wilde. Hij zei toen: “Ik wil dat je naakt op bed gaat liggen, dat ik je overal kan betasten en kutje likken.”
(...)
A: Dat is toen ook gebeurd. Ik kleedde mezelf uit, hij kleedde zichzelf uit. We waren allebei naakt. Dan ging hij naast mij liggen op bed en betaste me. Vervolgens trok hij zich dan zelf klaar. Hij streelde mijn borsten en kuste ze en dat deed hij ook beneden. Achteraf denk ik dat ik toch wel een vertrouwensband met hem had, waardoor hij mij zover heeft kunnen krijgen.
V: Wat is er verder op seksueel gebied tussen jullie gebeurd?
A: Altijd hetzelfde. Wat ik net verteld heb. Hij heeft mij een keer gevraagd of ik hem wilde pijpen en dat is ook gebeurd.
(...)
Het eindigde in november 2006.
V: Je vertelde net dat [verdachte] de eerste keer bij jou thuis kwam rond de kerst in 2004. Hoe lang daarna vond het eerste seksuele contact met hem plaats?
A: Daar heeft toch een aantal maanden tussen gezeten. Ik schat ergens tussen maart en juli 2005. Hij kwam ook niet iedere week en hij heeft van te voren ook nog een tijd op mij ingepraat, voordat ik uiteindelijk seks met hem had.
V: Hoe voelde jij je in die periode over het seksueel contact dat je met [verdachte] had?
A: Niet prettig, omdat hij gezegd had dat ik op die manier van mijn schulden af zou komen. Hij gooide dan Euro 60 op tafel. Ik zei toen: “Ik dacht dat ik hiermee van mijn schulden af zou komen.” Hij zei toen dat hij de rest op kantoor zou regelen, maar hij regelde helemaal niets.
(...)
V: Het is dus een keer of vijf a zes gebeurd en iedere keer kreeg jij Euro 60,- en een keer heb je Euro 80,- gekregen.
A: Ja.
27. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 januari 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 1] :
In het proces-verbaal aangifte met proces-verbaalnummer 2016183978-1 van 17 oktober 2016 werd op pagina 1 per abuis een onjuiste pleegdatum en pleegplaats vermeld. De juiste pleegplaats dient te zijn: [a-straat 1] te [plaats] . De juiste pleegdatum dient te zijn: tussen maart 2005 en december 2006.
28. Het proces-verbaal van bevindingen financieel d.d. 28 april 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 3] :
Over de periode 2004 t/m 2016 is er met [aangeefster 1] . 25 keer ambtelijk contact geweest met [verdachte] . In 25 gevallen werd een ambtelijk stuk door [verdachte] betekend, waarvan 7 keer in persoon. (...)
29. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte door de rechter-commissaris in het kader van de toetsing van de rechtmatigheid van de inverzekeringstelling en de vordering tot inbewaringstelling d.d. 24 mei 2017, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik heb met ( [aangeefster 1] .) (...) seks gehad. Ik heb ( [aangeefster 1] .) betaald.
30. Het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 en 28 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik kende [aangeefster 1] . al lange tijd via haar moeder en oma. Zij heeft mij oraal bevredigd. Ik heb haar toen 60 euro gegeven. Zij begon toen hard te schreeuwen waarop ik nog 20 euro heb neergelegd.
Het kan dat ik zeven keer exploten heb uitgereikt aan haar. Het klopt dat ik papieren meenam, zodat het leek dat ik voor mijn werk kwam.
31. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 8 februari 2017 (...), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [aangeefster 4] .:
(...)
Ik ken [verdachte] vanaf het jaar 2008/2009. Mijn toenmalige partner genaamd [betrokkene 1] , is gestorven in het jaar 2008. [betrokkene 1] had een alimentatie achterstand en had bemoeienis met een deurwaarder. Omdat mijn ex-partner was overleden is [verdachte] bij mij terecht gekomen om de vorderingen bij mij te innen. [verdachte] is een aantal keren bij mij aan de deur geweest om deze te innen en we hebben toen een betalingsregeling getroffen. Dit hield volgens mij in dat ik 50 euro per maand moest overmaken naar het kantoor van [A] . [verdachte] is een aantal keren bij mij aan de deur geweest op het moment dat ik niet voldeed aan de betalingsregeling.
(...)
Vermoedelijk is het in het jaar 2009 geweest dat [verdachte] bij mij aan de deur stond en vroeg of hij binnen mocht komen om wat zaken uit te leggen. Ik heb hem binnen gelaten en heb nog gevraagd wat hij wilde drinken. Hij dronk een kop thee en ik een kop koffie. Vervolgens vroeg hij aan mij of ik een moderne ruimdenkende vrouw was en vroeg of ik een avondje vrije seks met hem wilde. Hij vertelde mij dat hij een mooie ruime woning in [naam ] had; dit is een dure wijk in [geboorteplaats] nabij de [...] grens. Hij wilde seks met mij maar geen relatie. Hij kon dan iets voor mij regelen. Ik was direct al heel stellig hierin en had hierop nee gezegd.
V: Wat vond je van deze vraag die [verdachte] voorstelde om seks te hebben?
A: Ik voelde mij heel ongemakkelijk en dacht alleen hoe ik hem de deur uit kreeg. Ik handelde luchtig en lachte dit weg. Dit is een vorm van zelfbescherming. Ik wil natuurlijk nooit mijn onzekerheid laten merken.
V: Heeft hij nog opmerkingen gemaakt over uw uiterlijk?
A: Hij vond mij een mooi uitziende vrouw, dat heeft hij ook gezegd.
V: Wat wist [verdachte] van uw privé situatie?
A: [verdachte] wist dat mijn partner dood was maar ik had hem niet verteld dat ik een nieuwe vriend had.
32. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 20 april 2017 (...), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster 4] :
(...)
Feit: Met ambtsplicht strijdige handelingen, dwang door ambtenaar
Plaats: [b-straat 1] [plaats]
Pleegdatum: In het jaar 2009
(...)
V: Wat zou [verdachte] voor u kunnen regelen als u seks met hem zou hebben?
A: Ik had een schuld openstaan van mijn vorige partner. Ik wilde dat niet betalen. Hij zou wat kunnen regelen, maar daarna heb ik hem gedag gezegd.
V: Wat dacht u dat [verdachte] voor zou kunnen regelen?
A: Dat ik misschien minder hoefde te betalen of een kwijtschelding. Ik moest dan ook naar [naam ] komen waar hij woonde, want hij had daar een mooie woning.
33. Het proces-verbaal van bevindingen financieel d.d. 10 mei 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
[aangeefster 4] komt over de periode oktober 2007 tot en met september 2012 10 keer voor in het repertoire en de administratie van [A] . Over de periode oktober 2007 tot en met september 2012 is 3 keer in persoon door [verdachte] een stuk betekend aan [aangeefster 4]
34. Het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 en 28 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik ben bij [aangeefster 4] aan de deur geweest. Ik ben ook in de woning geweest. Ik vroeg of zij een ruimdenkende vrouw was omdat ik misschien wel seks met haar wilde. Het zou inderdaad kunnen dat de vrouwen de link leggen tussen de schulden die zij hebben en hun bereidheid tot seks als ik ze vraag naar hun ruimdenkendheid.
35. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 februari 2017 (...), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [aangeefster 2] :
(...)
V: Wat was de tijdsperiode?
A: januari 2010. Toen begon hij.
V: Welke schulden had u?
A: In beginsel een schuld van 125 euro en een paar cent. Dat is natuurlijk opgelopen omdat er niet werd betaald. Later is er nog een schuld bijgekomen. Ik kwam toen in de WSNP, de schulden waren zo hoog en deze waren niet mogelijk om zelfstandig af te betalen.
V: Dan komt [verdachte] aan de deur. Hoe loopt dat?
(...)
A: De eerste keer kwam hij aan de deur met de vraag of ik de schuld kon betalen. Desnoods een betalingsregeling treffen.
(...)
Bijvoorbeeld 25 euro per maand. Dat kan allemaal bij de gerechtsdeurwaarder plaatsvinden. De schuld was daar echter niet mee afgelost. Toen kwam hij weer aan de deur en toen kwam hij met het voorstel om het op een andere manier te regelen. Hij zei we kunnen het op een date gooien met z’n tweetjes. Een leuke avond en een leuke nacht. Ik wil seks. Jij jouw plezier, ik mijn plezier. Dan is het opgelost. Hij zou mijn geld geven. Hij zou meteen cash geld geven en dan zou ik daarmee mijn schuld kunnen betalen. Ik dacht meteen: dit klopt niet. Ik heb het meteen afgekapt en gezegd dat ik dat niet wil. Ik wil gewoon betalen. Het is mijn eigen fout. Hij is heel teleurgesteld weggegaan. Toen begon hij opdringerig te worden. Hij reed steeds langs. Op en neer. Ik had er een naar gevoel bij. Ik deed zelfs de lamellen niet open, omdat ik niet wilde dat hij zag dat ik thuis was. Ik was bang. Je staat machteloos. Door zijn uitstraling, hij probeerde gezag uit te stralen. Het kwam bij mij over: Als jij niet doet wat ik wil, dan gebeuren er ergere dingen. In die tijd zijn er meerdere deurwaarders bij mij aan de deur geweest en die gingen op een hele andere manier met mij om.
V: Hij wil jouw cash betalen voor seks, zegt hij dan nog wat?
A: Ja, daar kun je de schulden mee aflossen. Normaal kun je regelen dat het van je loon wordt afgehaald. Of een betalingsregeling treffen met het kantoor. Of je gaat met je cash geld op het kantoor betalen. Er zijn verschillende mogelijkheden om te betalen. Bij één gerechtsdeurwaarder heb ik meegemaakt dat hij het geld elke maand op kwam halen. Hij legde dat ook netjes vast.
Op 12 januari 2011 kwam hij een exploot persoonlijk brengen. Die datum weet ik zeker en toen deed hij mij dat voorstel voor de date. De brieven mag hij ook in de brievenbus doen, maar daarmee kwam hij wel persoonlijk aan de deur. Terwijl dat niet nodig was.
36. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 4 mei 2017 (...), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster 2] :
Plaats delict: [c-straat 1] te [plaats] .
O: Op donderdag 16 februari 2017 hebben we al contact met je gehad en heb je een getuigenverklaring afgelegd [het hof: zie in voorgaand bewijsmiddel aangehaalde getuigenis (...)].
37. Het proces-verbaal van bevindingen financieel d.d. 10 mei 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
[aangeefster 2] komt over de periode augustus 2006 tot en met november 2013 22 keer voor in het repertoire en de administratie van [A] . Over de periode augustus 2006 tot en met november 2013 is 8 keer in persoon door [verdachte] een stuk betekend aan [aangeefster 2] .
38. Een ander geschrift, te weten een deurwaardersexploot d.d. 12 januari 2011 (...), voor zover inhoudende:
Heden, 12 januari 2011, heb ik [verdachte] , wonende te [geboorteplaats] als gerechtsdeurwaarder gevestigd te [plaats] en aldaar kantoorhoudende aan de [d-straat 1] ,
Op verzoek van [B] B.V. en [C] B.V.,
AAN: [aangeefster 2] , wonende te [plaats] , aldaar ten gemelde woonhuize mijn exploot doende en afschrift dezes en van na te melden proces-verbaal latende aan: voormeld adres in gesloten envelop met daarop de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven.
BETEKEND: Het op 11 januari 2011 uit krachte van de daarbij gerelateerde executoriale titel executoriaal beslag gelegd onder: [D] te [plaats] .
39. Het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 en 28 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik weet wel wie [aangeefster 2] is. Ik ben ook bij haar geweest.
40. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 16 maart 2017 (...), voor zover inhoudende als weergave van het verhoor van [aangeefster 3] :
(...)
V: Vertel eens wanneer kwam de deurwaarder bij jou aan?
A: Dat weet ik niet precies, aan het begin toen ik aan [e-straat] woonde.
V: Hoe zat het met jouw schulden?
A: Die schuld waar hij voor kwam dat was een schuld van 250 euro. Dat was een of andere boete die was opgelopen.
(...)
V: Hoe ging het toen de deurwaarder aan je deur kwam?
A: Hij belt aan en je doet de deur open en hij vertelt dan wie hij is en waarvoor hij komt. Hij doet heel flirterig. Wat zie je er goed uit zegt hij dan. Een beetje klef eigenlijk. Dan vraagt hij ook een beetje naar je financiële situatie. En dan denk je: het is een deurwaarder, dus dat is niet vreemd. En dan zegt hij: als je het niet kunt betalen, dan kun je ook in natura betalen.
V: Wat gaat er dan door je heen?
A: Ik dacht toen: hij maakt een grapje. Ik schiet in de lach. Ik zie hem staan en ik zei tegen hem: serieus? Meen je dit nu echt? Hij zei dat het serieus was.
V: Wat was jouw situatie toen hij bij jouw aan de deur kwam?
A: Toen zaten we net zonder werk en was net het punt dat we ons koophuis gingen verliezen. Eigenlijk een put ellende. We zijn mijn partner en ik en de kinderen.
V: Was het nodig dat de deurwaarder aan de deur kwam?
A: Ja, de eerste en de tweede keer wel.
O: Je schreef zelf in je mail dat hij je diverse malen heeft benaderd om je schulden in natura te doen verdwijnen.
V: Vertel eens hoe ging dat?
A: Hij is heel gewiekst daarin. Hij gaat met je praten en hij praat heel flirterig. Hij vraagt naar je financiële situatie en zegt ook dat je haar leuk zit. Hij probeert je op een verkeerde manier op je gemak te stellen. En dan doet hij het voorstel.
V: Wat dacht je dat hij daarmee bedoelde?
A: Ik wist meteen wat hij bedoelde. Hij had het over seks. Hij was ook heel erg complimentjes aan het maken.
V: Waarom dacht je dat?
A: Vanwege de complimentjes. Het ging om het hele pakket. Hij vroeg ook of ik alleen was. En in natura is niet dat je een zak aardappelen geeft aan iemand.
(...)
V: Wanneer is de laatste keer dat hij aan je deur is geweest?
A: Ik denk ongeveer vier jaar geleden.
41. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 10 mei 2017 [het hof begrijpt gelet op de datum van het verhoor: 11 mei 2017] (...), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster 3] :
(...)
O: Op donderdag 16 maart 2017 hebben wij al contact met u gehad en heeft u een getuigenverklaring afgelegd. U vertelde dat de deurwaarder u meerdere malen heeft benaderd om in natura uw schulden te doen laten verdwijnen. Dat u hem heeft uitgelachen en er nooit op ingegaan bent. U vertelde dat de deurwaarder bij u aan de deur kwam in het begin toen u pas op [e-straat] woonde.
O: Volgens onze systemen bent u op 9 juli 2012 op [f-straat 1] op [e-straat] gaan wonen.
V: Klopt dat?
A: Dat klopt.
V: Wanneer had hij het voorstel gedaan?
A: Op [e-straat] .
42. Het proces-verbaal van bevindingen financieel d.d. 17 mei 2017 (...), voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
[aangeefster 3] komt over de periode juli 2008 tot en met december 2014 7 keer voor in het repertoire, en de administratie van [A] . Over de periode juli 2008 tot en met december 2014 is 4 keer in persoon door [verdachte] een stuk betekend aan [aangeefster 3]
43. Een ander geschrift, te weten een deurwaardersexploot d.d. 20 september 2012 (...), voor zover inhoudende:
Heden, 20 september 2012, heb ik, [verdachte] , wonende te [geboorteplaats] als gerechtsdeurwaarder gevestigd te [plaats] en aldaar kantoorhoudende aan de [d-straat 1] ,
AAN: [aangeefster 3] , wonende te [geboorteplaats] aan [f-straat 1] aldaar aan haar in persoon:
1e BETEKEND: Een op 13 september 2012 door de Officier van Justitie te Leeuwarden, tegen de gerequireerde in executoriale vorm uitgevaardigd dwangbevel, ten verzoeke van requirant en ten laste van gerequireerde, onder CJIB-nummer: 159221558 uit kracht van voormelde en hierbij betekende titel de gerequireerde.
Mapnummer: 12090513. CJIB-nummer 159221558.
1. Verschuldigd cf. dwangbevel: € 70,00
2. Invorderingskosten exclusief btw: € 45,28
3. Btw over de invorderingskosten: € 8,60
4. Kosten betekening dwangbevel: € 87,24
€ 211,12 totaal tot heden te voldoen inclusief de kosten van dit exploot.
44. Het proces-verbaal ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 27 en 28 juli 2021, voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte:
Ik kan mij [aangeefster 3] nog herinneren. Zij was getrouwd.”
2.2.3Het hof heeft over de bewezenverklaring verder overwogen:
“De verdediging heeft vrijspraak bepleit van het onder 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde. Daartoe is – kort weergegeven – aangevoerd dat de verdachte weliswaar ambtenaar was en vroeg om seksuele handelingen van aangeefsters, maar dat niet is gebleken wat hiertegenover stond en – mocht van een tegenprestatie al sprake zijn geweest – dit slechts een betaling betrof waarmee aangeefsters hun schulden konden afbetalen en niet het verrichten van een ambtshandeling. De verdachte heeft niet gezegd dat hij – bijvoorbeeld – exploten zou intrekken, beslagleggingen niet zou uitvoeren of zou zorgen dat papieren van een schuldeiser zouden verdwijnen zodat geen sprake is van ‘doen of nalaten in zijn bediening’, aldus de verdediging.
Het hof overweegt als volgt.
Concrete tegenprestatie
Het hof ziet zich in de eerste plaats voor de vraag gesteld of voor een bewezenverklaring van het onder 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde vereist is dat sprake is van een concrete tegenprestatie van de zijde van de ambtenaar, of dat volstaat dat sprake is van het doen ontstaan en/of onderhouden van een voorkeursbehandeling in ruil voor het doen van een gift of belofte dan wel het leveren van een dienst aan die ambtenaar.
De strafbaarstelling van de zogenaamde ‘passieve ambtelijke omkoping’ in artikel 363 van het Wetboek van Strafrecht (hierna ook: Sr) luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
Met gevangenisstraf (...) wordt gestraft de ambtenaar:
(...)
3°. die een gift of belofte dan wel een dienst vraagt teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen of na te laten.
De omgekeerde situatie is strafbaar gesteld in artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht (de zogenaamde actieve ambtelijke omkoping). Dit artikel luidt, voor zover hier relevant, als volgt:
Met gevangenisstraf (...) wordt gestraft:
1°. hij die een ambtenaar een gift of belofte doet dan wel een dienst verleent of aanbiedt met het oogmerk om hem te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten.
Uit – onder meer – HR 11 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:641 volgt dat “(...) art. 177 (oud) Sr niet alleen ziet op de situatie dat er een direct verband bestaat tussen de gift of belofte enerzijds en een concrete tegenprestatie anderzijds, doch ook op het doen van giften of beloften aan een ambtenaar teneinde aldus een relatie met die ambtenaar te doen ontstaan en/of te onderhouden met het doel een voorkeursbehandeling te krijgen”. Hoewel voornoemd arrest ziet op een ander delict (actieve ambtelijke omkoping) dan tenlastegelegd in de onderhavige strafzaak, ziet het hof gelet op de aard en strekking van de beide delicten geen aanleiding om – bij de beoordeling of sprake is van handelen als bedoeld in artikel 363, eerste lid en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht – een andere maatstaf te hanteren. Bij beide delicten is immers sprake van een wederkerige situatie waarin een ambtenaar in zijn bediening iets zal doen of nalaten in ruil voor een te leveren tegenprestatie (in de vorm van een gift of belofte dan wel een dienst). Dat het initiatief daarbij (bij het in artikel 363 van het Wetboek van Strafrecht vermelde delict) anders dan bij de ‘actieve ambtelijke omkoping’ als bedoeld in artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht uitgaat van de ambtenaar in kwestie doet daaraan naar het oordeel van het hof niet af.
Het hof is dan ook van oordeel dat ook in het onderhavige geval niet is vereist dat sprake is van een concrete tegenprestatie maar dat voldoende is dat sprake is van het verlenen van een dienst teneinde aldus een relatie met die ambtenaar te doen ontstaan en/of te onderhouden en zo een voorkeursbehandeling te krijgen.
Voor de invulling daarvan volstaan naar het oordeel van het hof de door de verdachte geuite algemene bewoordingen die de strekking hadden dat door het verlenen van seksuele diensten aan verdachte de schulden minder zouden worden, dat het dan zou worden opgelost, dat hij iets kon regelen, of dat (daarmee) in natura betaald kon worden. Gelet op zijn hoedanigheid als gerechtsdeurwaarder – hetgeen de directe aanleiding was van zijn bezoek aan de vrouwen – moet de verdachte hebben geweten dat door de slachtoffers een relatie zou worden gelegd tussen enerzijds de openstaande schuld en anderzijds zijn opmerkingen daaromtrent. Verdachte heeft – mede gelet op de bewijsmiddelen en hetgeen hierboven is overwogen ter zake van de feiten 1 tot en met 3 – als gerechtsdeurwaarder met zijn ‘voorstellen’ om openstaande schuld(en) op andere wijze zien weg te nemen of te verminderen, de vrouwen ertoe willen bewegen hem (seksuele) diensten te leveren en zo een relatie te doen ontstaan waardoor die vrouwen van hem een voorkeursbehandeling zouden krijgen.
Doen of laten ‘in zijn bediening’
Het hof ziet zich vervolgens voor de vraag gesteld of de door de verdachte gedane voorstellen – kort gezegd: het verminderen van schulden, het oplossen van problemen, het regelen of het in natura betalen – kunnen worden aangemerkt als een ‘doen of nalaten in zijn bediening als ambtenaar’.
Het hof beantwoordt ook deze vraag bevestigend. Het bestanddeel ‘in zijn bediening’ vergt niet dat de ambtenaar exclusief bevoegd is tot de diensten die van hem verlangd worden maar alleen dat sprake is van diensten waartoe zijn ambt hem in staat stelt of de gelegenheid biedt. Derhalve is voldoende dat de verdachte ambtenaar was (in casu gerechtsdeurwaarder) en als zodanig in zijn bediening aan de deur kwam bij de slachtoffers. Voor een bewezenverklaring is naar het oordeel van het hof niet vereist dat hetgeen hij zou doen of nalaten (in ruil voor de door de slachtoffers te verlenen seksuele diensten) is voorbehouden aan het ambt van gerechtsdeurwaarder en in zoverre als ambtshandeling heeft te gelden.
De verdachte kwam bij de slachtoffers als gerechtsdeurwaarder aan de deur, legde een relatie met de schulden die de slachtoffers hadden en stelde – kort gezegd – dat hij daarin iets kon betekenen, regelen of oplossen. Mede indachtig hetgeen hiervoor is overwogen, inhoudende dat daarbij geen sprake hoeft te zijn van een concrete tegenprestatie van de zijde van de verdachte, is het hof van oordeel dat kan worden gesproken van een ‘doen of nalaten in zijn bediening’ als bedoeld in artikel 363, eerste lid en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht.
Schakelbewijs feiten 5, 6, 7 en 8
Voor de bewezenverklaring van het onder 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde acht het hof mede redengevend de uit de bewijsmiddelen van feiten 1, 2 primair, 3 primair en 4 primair voortvloeiende feiten en omstandigheden, nu de ‘werkwijze’ van de verdachte bij deze feiten op essentiële punten overeenkomt met de wijze waarop het onder 5, 6, 7 en 8 tenlastegelegde is begaan. Immers, de verdachte komt daarbij telkens in de hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder bij vrouwen aan de deur wegens een of meerdere openstaande schulden. Daarbij wordt het gesprek door de verdachte geleid naar het verrichten van seksuele handelingen of het hebben van seks met de verdachte, waarbij door de verdachte een relatie wordt gesuggereerd tussen die seksuele handelingen of seks en het oplossen van (een deel van) deze schuld(en).”