ECLI:NL:HR:2025:568

Hoge Raad

Datum uitspraak
15 april 2025
Publicatiedatum
11 april 2025
Zaaknummer
23/04561
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging en terugwijzing van een arrest in een strafzaak wegens diefstal met geweld en afpersing, waarbij het aanwezigheidsrecht van de verdachte in het geding is

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 15 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 november 2023. De zaak betreft een verdachte die is aangeklaagd voor diefstal met geweld en afpersing, gepleegd in meerdere gevallen. De verdachte was tijdens de behandeling van zijn zaak in hoger beroep gedetineerd in Duitsland, wat leidde tot de vraag of het hof terecht verstek heeft verleend tegen de niet-verschenen verdachte. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing naar het gerechtshof Amsterdam, zodat de zaak opnieuw kan worden behandeld. De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend, omdat niet met zekerheid kan worden gesteld dat de verdachte niet aanwezig kon zijn, en dat het van groot belang is dat de verdachte zijn zaak in zijn tegenwoordigheid kan laten behandelen. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof en wijst de zaak terug naar het gerechtshof voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04561
Datum15 april 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 14 november 2023, nummer 23-003086-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1988,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft W.B. Lisi, advocaat in Utrecht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Amsterdam teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt dat het hof ten onrechte verstek heeft verleend tegen de niet-verschenen verdachte. Het voert daartoe aan dat de verdachte tijdens de behandeling van zijn zaak op de terechtzitting in hoger beroep in het kader van een overleveringsprocedure voor deze strafzaak in Duitsland was gedetineerd en dat hij niet vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 4 tot en met 8.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

Gelet op de beslissing die hierna volgt, is bespreking van het cassatiemiddel niet nodig.

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Amsterdam, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en T. Kooijmans, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
15 april 2025.