ECLI:NL:HR:2025:550

Hoge Raad

Datum uitspraak
11 april 2025
Publicatiedatum
10 april 2025
Zaaknummer
24/02160
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van een bank als beleggingsadviseur in cassatie

In deze zaak heeft Forfait Holding B.V. (hierna: Forfait) cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waarin de aansprakelijkheid van Van Lanschot Kempen N.V. (hierna: Van Lanschot) als beleggingsadviseur ter discussie stond. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof, waaruit blijkt dat Forfait meent dat Van Lanschot tekortgeschoten is in haar rol als adviseur. De advocaat-generaal S.D. Lindenbergh heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, wat de Hoge Raad heeft overgenomen. De Hoge Raad heeft de klachten van Forfait over het arrest van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen en Forfait veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 8.206,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/02160
Datum11 april 2025
ARREST
In de zaak van
FORFAIT HOLDING B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
EISERES tot cassatie,
hierna: Forfait,
advocaat: J.W. de Jong,
tegen
VAN LANSCHOT KEMPEN N.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Van Lanschot,
advocaten: B.F.L.M. Schim en F.E. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/693546 / HA ZA 20-1179 van de rechtbank Amsterdam van 15 september 2021 en 17 november 2021;
b. het arrest in de zaak 200.310.169/01 van het gerechtshof Amsterdam van 5 maart 2024.
Forfait heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Van Lanschot heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Van Lanschot toegelicht door haar advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal S.D. Lindenbergh strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Forfait heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Forfait in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Van Lanschot begroot op € 8.206,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
11 april 2025.