ECLI:NL:HR:2025:55

Hoge Raad

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
9 januari 2025
Zaaknummer
24/01402
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ouder zonder gezag als belanghebbende bij ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 10 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure die was ingesteld door de vader in een kwestie rondom ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van zijn kind. De vader, die geen gezag heeft over het kind, stelde zich op het standpunt dat hij belanghebbende is in de procedure. De Raad voor de Kinderbescherming, de Stichting Jeugdbescherming Overijssel en de moeder van het kind waren de verweerders in deze zaak. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Overijssel en het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, waar de vader eerder in het ongelijk was gesteld. De advocaat-generaal L.M. Coenraad had geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De Hoge Raad heeft de klachten van de vader beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom de klachten niet gegrond waren, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep van de vader verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de lagere rechters in stand zijn gebleven.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/01402
Datum10 januari 2025
BESCHIKKING
In de zaak van
[de vader],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: de vader,
advocaat: R.K. van der Brugge,
tegen
1. DE RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING,
gevestigd te Almelo,
2. STICHTING JEUGDBESCHERMING OVERIJSSEL,
gevestigd te Hengelo,
3. [de moeder],
wonende op een geheim adres,
VERWEERSTERS in cassatie,
hierna: de raad, de GI en de moeder,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak C/08/302011 / JE RK 23-1678 van de rechtbank Overijssel van 11 september 2023;
b. de beschikking in de zaak 200.334.485 van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 11 januari 2024.
De vader heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De raad, de GI en de moeder hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal L.M. Coenraad strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van de vader heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en A.E.B. ter Heide, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
10 januari 2025.