ECLI:NL:HR:2025:495

Hoge Raad

Datum uitspraak
1 april 2025
Publicatiedatum
28 maart 2025
Zaaknummer
23/01436
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van uitspraak wegens onterecht afstand doen van aanwezigheidsrecht in strafzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 1 april 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 april 2023. De verdachte, geboren in 1994, had beroep ingesteld tegen de uitspraak van het hof, waarbij hij werd beschuldigd van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, zoals vastgelegd in artikel 285.1 van het Wetboek van Strafrecht. De advocaat van de verdachte, N. van Schaik, heeft een cassatiemiddel ingediend, waarin werd betoogd dat de verdachte niet vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om bij de behandeling van de zaak aanwezig te zijn. De advocaat-generaal, D.J.M.W. Paridaens, heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof voor een nieuwe behandeling.

De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel gegrond verklaard. De redenen hiervoor zijn uiteengezet in de conclusie van de advocaat-generaal. De Hoge Raad oordeelde dat de handtekening op de afstandsverklaring van de verdachte niet overeenkwam met eerdere handtekeningen, wat deed twijfelen aan de authenticiteit van de afstandsverklaring. Hierdoor heeft het hof ten onrechte geoordeeld dat de verdachte vrijwillig afstand had gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn bij de behandeling van zijn zaak. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd en de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor een nieuwe behandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/01436
Datum1 april 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 7 april 2023, nummer 21-003675-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1994,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat in Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof en tot terugwijzing van de zaak naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het hof dat de verdachte vrijwillig afstand heeft gedaan van zijn recht om bij de behandeling van zijn zaak aanwezig te zijn.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 2.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.E.M. Röttgering en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
1 april 2025.