ECLI:NL:HR:2025:401

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 maart 2025
Publicatiedatum
14 maart 2025
Zaaknummer
24/04076
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervallenverklaring van een eerder arrest in belastingzaak

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 maart 2025 het arrest van 7 februari 2025, nummer 24/04076, vervallen verklaard. Dit arrest was eerder gewezen op het beroep in cassatie van belanghebbende tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 oktober 2024. De grond voor de vervallenverklaring was dat het beroepschrift in cassatie geen gronden bevatte, wat leidde tot een niet-ontvankelijk verklaring van het beroep. Echter, na het wijzen van het arrest op 7 februari 2025 bleek dat de gronden van het beroep in cassatie op 5 december 2024 waren ontvangen, maar niet in het digitale dossier waren opgenomen. Hierdoor was de niet-ontvankelijk verklaring onterecht. De Hoge Raad heeft besloten dat het geding wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het eerdere arrest. De uitspraak is gedaan door de raadsheer E.F. Faase als voorzitter, samen met de raadsheren P.A.G.M. Cools en F.G.F. Peters, en is openbaar uitgesproken op 14 maart 2025.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/04076
Datum14 maart 2025
ARREST
tot het vervallen verklaren van het arrest van de Hoge Raad van 7 februari 2025, nr. 24/04076, ECLI:NL:HR:2025:187, dat is gewezen op het door [X] (hierna: belanghebbende) ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 oktober 2024, nrs. BK-ARN 23/413 en 23/414 [1] .

1.Grond voor de vervallenverklaring

1.1
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Bij bericht van 12 november 2024 heeft de griffier belanghebbende erop gewezen dat het beroepschrift in cassatie geen gronden bevat en dat dit verzuim binnen een termijn van zes weken moet worden hersteld.
1.2
Bij arrest van 7 februari 2025 met het zaaknummer 24/04076, heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaard omdat de gronden van het beroep in cassatie ontbraken.
1.3
Nadat het arrest van 7 februari 2025 was gewezen, is gebleken dat de gronden van het beroep in cassatie op 5 december 2024, dus binnen de in het bericht van 12 november 2024 gestelde termijn, door de Hoge Raad waren ontvangen, maar niet in het digitale dossier van deze zaak zijn opgenomen. Het arrest van 7 februari 2025 moet daarom vervallen.
1.4
De behandeling van de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het geding zich bevond toen het arrest van 7 februari 2025 werd gewezen.

2.Beslissing

De Hoge Raad:
- verklaart het arrest van de Hoge Raad van 7 februari 2025, nr. 24/04076, vervallen, en
- bepaalt dat het geding wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond toen het arrest van 7 februari 2025 werd gewezen.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer E.F. Faase als voorzitter, en de raadsheren P.A.G.M. Cools en F.G.F. Peters, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 14 maart 2025.