Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
18 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beklagprocedure betreffende een beslag dat is gelegd op een USB-stick met medische patiëntgegevens, naar aanleiding van een Europees Onderzoeksbevel (EOB) van Duitse autoriteiten. De klaagster, een bestuurder van een thuiszorgorganisatie, stelt de eigenaar van de USB-stick te zijn en heeft bezwaar gemaakt tegen het beslag. De rechtbank Overijssel heeft in haar uitspraak een toetsingskader gehanteerd en het verweer van de klaagster dat de uitvoering van het EOB in strijd is met de verplichtingen die Nederland heeft op grond van artikel 6 van het Verdrag van de Europese Unie en het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, verworpen. De klaagster heeft vervolgens cassatie ingesteld tegen deze uitspraak. De Hoge Raad heeft het cassatiemiddel beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten van de klaagster niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep van de klaagster verworpen op 18 maart 2025.