Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
11 maart 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 maart 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 14 februari 2024. De zaak betreft een verdachte die in 2020 op oudjaarsavond in het centrum van Joure een giertank heeft ontstoken, gevuld met 5 kilogram carbid, wat heeft geleid tot schade aan omliggende panden. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij J. Boksem, advocaat in Leeuwarden, een schriftuur heeft ingediend. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen slagen. De procureur-generaal bij de Hoge Raad heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het beroep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft daarmee de beslissing van het gerechtshof bevestigd en het beroep van de verdachte verworpen.