ECLI:NL:HR:2025:21

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 januari 2025
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
23/04533
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep na teruggave van inbeslaggenomen horloge

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de klager tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel. De rechtbank had op 22 november 2023 een klaagschrift behandeld dat was ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, met betrekking tot een horloge dat in beslag was genomen. De klager had het horloge teruggekregen na een zekerheidsstelling, wat volgens de Hoge Raad betekent dat het beslag op het horloge is geëindigd. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het cassatieberoep van de klager niet-ontvankelijk is, omdat het beroep niet tijdig is ingediend, namelijk niet binnen de termijn van drie maanden na het eindigen van de vervolgde zaak. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van het beroep, en de Hoge Raad heeft deze conclusie gevolgd. De beslissing is genomen door de vice-president en twee raadsheren, en is uitgesproken tijdens een openbare zitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/04533 B
Datum7 januari 2025
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 22 november 2023, nummer RK 23/024057, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend
door
[klager],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de klager.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klager. Namens deze heeft J.J. Weldam, advocaat in Utrecht, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de klager in zijn cassatieberoep.

2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep

De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de klager niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren A.L.J. van Strien en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
7 januari 2025.