Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
11 februari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 11 februari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 mei 2023. De verdachte, geboren in 1979, was eerder veroordeeld voor diefstal met braak en verduistering van een pinpas. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door advocaat W.H. Jebbink. De advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de inbeslaggenomen stiletto, maar heeft het beroep voor het overige verworpen.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De beoordeling van het tweede cassatiemiddel, dat zich richtte op de beslissing van het hof om de stiletto aan het verkeer te onttrekken, leidde echter tot een andere uitkomst. De Hoge Raad oordeelde dat het cassatiemiddel slaagde, en vernietigde de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissing tot onttrekking aan het verkeer van de stiletto. Het beroep werd voor het overige verworpen.
De Hoge Raad verduidelijkte dat onder "soortgelijke feiten" in de context van artikel 36d Sr feiten dienen te worden verstaan die tot dezelfde categorie behoren als de door de verdachte begane feiten. In dit geval was er onvoldoende motivering om te concluderen dat de stiletto kon dienen tot het begaan of voorbereiding van soortgelijke feiten, of tot belemmering van de opsporing daarvan. Dit leidde tot de partiële vernietiging van de beslissing van het hof.