Uitspraak
1.Procesverloop
De advocaat van [eiser] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
12 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 12 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure. De zaak betreft een geschil tussen de eiser, wonende in de Verenigde Staten van Amerika, en de verweersters, gevestigd in Aruba. De eiser heeft cassatie ingesteld tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, waarin het hof op 30 juli 2024 uitspraak deed in een eerder geding. De Hoge Raad verwijst naar de eerdere vonnissen van het Gerecht in eerste aanleg van Aruba en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie. De advocaat-generaal F. Ibili heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep, waarop de advocaat van de eiser schriftelijk heeft gereageerd.
De Hoge Raad heeft de klachten van de eiser beoordeeld, maar deze kunnen niet leiden tot vernietiging van het vonnis van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het beroep van de eiser verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 8.206,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.