ECLI:NL:HR:2025:1832

Hoge Raad

Datum uitspraak
9 december 2025
Publicatiedatum
3 december 2025
Zaaknummer
24/00094
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over beschadiging van auto en vernieling van telefoon met betrekking tot vorderingen benadeelde partijen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 27 december 2023. De zaak betreft de verdachte, geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976, die in hoger beroep was gegaan tegen een eerdere uitspraak. De verdachte was beschuldigd van het beschadigen van de auto van de aangever door met zijn vuist een deuk in de motorkap te slaan, alsook van de vernieling van een telefoon van de Nationale Politie, wat onder artikel 350.1 van het Wetboek van Strafrecht valt. De benadeelde partijen hebben vorderingen ingediend ter compensatie van de materiële schade die zij hebben geleden door de acties van de verdachte. De centrale vraag in deze cassatie was of het hof de beslissing van de rechtbank kon bevestigen zonder in te gaan op de argumenten van de verdediging met betrekking tot de hoogte van de gevorderde bedragen. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de vragen die door de verdediging zijn opgeworpen niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer24/00094
Datum9 december 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Den Haag van 27 december 2023, nummer 22-002811-22, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1976,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben de advocaten R.J. Baumgardt en M.J. van Berlo bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren C. Caminada en R. Kuiper, in bijzijn van de waarnemend griffier B.C. Broekhuizen-Meuter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
9 december 2025.