Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
2 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 29 november 2023 werd gewezen. De zaak betreft grootschalige DigiD-fraude met huur- en zorgtoeslagen, waarbij de verdachte werd beschuldigd van medeplegen van schending van ambtsgeheim, oplichting en valsheid in geschrift, allemaal meermalen gepleegd. De verdachte heeft beroep in cassatie ingesteld, waarbij zijn advocaat D. Bektesevic een cassatiemiddel heeft voorgesteld. De advocaat-generaal P.H.P.H.M.C. van Kempen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.