Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
18 november 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 november 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 28 juni 2023. De verdachte, geboren in 1969, was aangeklaagd voor het medeplegen van het opzettelijk verkopen van een grote hoeveelheid hennepstekken en het medeplegen van het aanwezig hebben van hennepstekken en henneptoppen, waarbij zijn bedrijf als dekmantel werd gebruikt. De advocaat S.P.H. Brinkman heeft namens de verdachte cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal B.F. Keulen heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist was voor de ontwikkeling van het recht. Tevens heeft de Hoge Raad ambtshalve beoordeeld dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar heeft besloten geen rechtsgevolgen aan deze constatering te verbinden. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.