Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
9 december 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 9 december 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 29 november 2023 werd gewezen. De zaak betreft de zogenaamde 'Fipronilcrisis' die in 2017 plaatsvond, waarbij het bestrijdingsmiddel fipronil, dat schadelijk is voor de gezondheid, op de markt werd gebracht door een rechtspersoon. Dit gebeurde met wetenschap van de schadelijkheid, terwijl deze informatie werd verzwegen voor afnemers, wat leidde tot de besmetting van miljoenen eieren in Nederland. De verdachte, een vennootschap, werd vervolgd voor het medeplegen van het op de markt brengen van dit middel, alsook voor het gebruik en de voorraad van andere verboden biociden.
De Hoge Raad heeft zich in deze uitspraak ook gebogen over de ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de vervolging van feiten die zich in België hebben afgespeeld, waarbij het verweer werd gevoerd dat deze feiten daar niet strafbaar zijn. Daarnaast zijn er verschillende bewijsklachten behandeld, waaronder de termen 'te koop aanbieden', 'verkopen' en 'afleveren' in relatie tot artikel 174 van het Wetboek van Strafrecht. De Hoge Raad heeft de klachten beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof.
De Hoge Raad heeft het beroep van de verdachte verworpen, zonder verdere motivering, aangezien de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.