ECLI:NL:HR:2025:1614
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep van [X] B.V. tegen de Staat (Minister van Justitie en Veiligheid) inzake ontvankelijkheid
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 24 oktober 2025 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] B.V. tegen de Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Justitie en Veiligheid. Het beroep in cassatie was gericht tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 november 2024, waarin meerdere zaken waren samengevoegd onder de nummers BK-ARN 23/1973 tot en met BK-ARN 23/1980. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het Hof niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. Tevens heeft de Hoge Raad geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de vice-president M.E. van Hilten, samen met de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in aanwezigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski.