ECLI:NL:HR:2025:1607
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden inzake belasting van personenauto’s en motorrijwielen
In deze zaak heeft de belanghebbende, vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven, beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 19 november 2024. Deze uitspraak betrof het hoger beroep van de belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank Gelderland, waarin het ging om door de belanghebbende op aangifte voldane bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen. De Staatssecretaris van Financiën, vertegenwoordigd door een onbekende persoon, heeft een verweerschrift ingediend. De belanghebbende heeft vervolgens een conclusie van repliek ingediend. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het Hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond verklaard. Dit arrest is uitgesproken in het openbaar op 24 oktober 2025.