Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
14 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 21 december 2022. De verdachte, geboren in 1959, was aangeklaagd voor voortslepende handelingen van medeplegen van oplichting, opzettelijk openbaar maken van onware jaarstukken en valsheid in geschrift. De advocaat J. Boksem heeft cassatiemiddelen voorgesteld, terwijl de advocaat-generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde straf. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft echter geconstateerd dat de redelijke termijn voor het cassatieberoep is overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vier jaren naar drie jaren en acht maanden. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.