Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
10 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de werkneemster, wonende te [plaats], een verzoek tot cassatie ingediend tegen de stichting Albert Schweitzer Ziekenhuis (ASz) naar aanleiding van een beschikking van het gerechtshof Den Haag. De beschikking van het hof, gedateerd 1 oktober 2024, betreft een verzoek om afgifte van stukken op basis van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. De werkneemster heeft in cassatie geklaagd over de beslissing van het hof, maar de Hoge Raad heeft deze klachten beoordeeld en geconcludeerd dat ze niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft daarbij aangegeven dat het niet nodig is om te motiveren waarom het tot dit oordeel is gekomen, aangezien de klachten niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft het cassatieberoep verworpen en de werkneemster veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan.