Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
4.Beslissing
14 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, dat op 4 april 2023 werd uitgesproken. De verdachte, geboren in 1989, is aangeklaagd voor verschillende strafbare feiten, waaronder mensenhandel, misbruik van identificerende persoonsgegevens, gewoontewitwassen en medeplegen van de verkoop van cocaïne. De Hoge Raad heeft het beroep ingesteld door de verdachte, vertegenwoordigd door de advocaten J. Kuijper en D.W.E. Sternfeld. De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de strafoplegging, en tot strafvermindering volgens de gebruikelijke maatstaf.
De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.
Bij de ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof heeft de Hoge Raad vastgesteld dat er meer dan twee jaar zijn verstreken sinds het instellen van het cassatieberoep, wat leidt tot een overschrijding van de redelijke termijn zoals bedoeld in artikel 6 lid 1 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens. Dit heeft geleid tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van 32 maanden naar 31 maanden. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en het beroep voor het overige verworpen.