Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
14 oktober 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 3 november 2023. De verdachte, geboren in 1991, was in hoger beroep veroordeeld voor (poging tot) diefstal en mishandeling. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder voorwaardelijk opgelegde ISD-maatregel stond centraal in deze procedure. De advocaat van de verdachte, H.M.W. Daamen, heeft een cassatiemiddel ingediend, waarop de advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist was voor de ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.