ECLI:NL:HR:2025:1433

Hoge Raad

Datum uitspraak
30 september 2025
Publicatiedatum
26 september 2025
Zaaknummer
23/03854
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opruiing via social media voor illegaal feest tijdens coronamaatregelen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte werd beschuldigd van opruiing, omdat hij via social media uitnodigingen had verstuurd voor een illegaal feest dat plaatsvond in de nacht van 24 op 25 oktober 2020, terwijl er strenge coronamaatregelen golden. De Hoge Raad herhaalt relevante overwegingen uit eerdere uitspraken over de beoordeling van opruiende uitingen. Het hof had vastgesteld dat de verdachte op een Instagramaccount, dat toegankelijk was voor het publiek en duizenden volgers had, een bericht had geplaatst waarin hij volgers aanmoedigde om zich aan te melden voor het feest. De verdachte en zijn mededaders hadden op deze manier anderen aangespoord tot het plegen van een strafbaar feit, namelijk het organiseren en deelnemen aan een evenement dat op dat moment verboden was. De Hoge Raad oordeelt dat het oordeel van het hof dat de verdachte 'in het openbaar' heeft opgeruid, niet getuigt van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep van de verdachte.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/03854
Datum30 september 2025
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 september 2023, nummer 21-003866-21, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft de advocaat B. Kizilocak bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld.
De advocaat-generaal V.M.A. Sinnige heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van het derde en het vierde cassatiemiddel

2.1
De cassatiemiddelen komen met diverse deelklachten op tegen het oordeel van het hof dat de verdachte ‘in het openbaar’ heeft ‘opgeruid’ als bedoeld in artikel 131 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) door uitnodigingen via social media te versturen voor een (gelet op de toen geldende restricties wegens de gevolgen van de corona-pandemie) illegaal feest. De cassatiemiddelen lenen zich voor gezamenlijke bespreking.
2.2.1
Overeenkomstig de tenlastelegging is ten laste van de verdachte bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 24 oktober 2020 tot en met 25 oktober 2020 te [plaats] en/of te [plaats], tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in het openbaar bij geschrift tot enig strafbaar heeft opgeruid door via sociale media, te weten via een Instagramaccount, met de accountnaam […] en […], een bericht te delen met de volgende inhoud, zakelijk weergeven,
- een uitnodiging voor een feest voor die avond, te weten op 24 oktober 2020 vanaf 23.30 uur, en
- instructies om aan te melden voor het feest, en tijdens het feest, en
- de kosten voor de entree, het water en de ballonnen, en
- de coördinaten van het feest.”
2.2.2
Deze bewezenverklaring steunt op de bewijsmiddelen die zijn opgenomen in de aanvulling op het arrest van het hof.
2.2.3
Het hof heeft over de bewezenverklaring verder overwogen:
“Het hof stelt op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting de volgende feiten en omstandigheden vast.
In de nacht van 24 oktober en 25 oktober 2020 ontvangt de politie een melding dat er bij het bosperceel [plaats] grote groepen jeugd met auto’s bij elkaar komen. Eenmaal aangekomen ziet de politie dat grote groepen mensen zich op parkeerplaatsen verzamelen en groepsgewijs met alcoholische drank het bosperceel in lopen. Een aanwezige taxichauffeur vertelt de politie desgevraagd dat hij staat te wachten tot hij een nieuwe locatie doorkrijgt. Als één van de verbalisanten vraagt hoe de illegale feestlocaties hem bekend worden, vertelt hij dat als je het Instagramaccount […].nl volgt, je een privébericht moet sturen, waarna je een bevestiging krijgt met daarin de locatie in de vorm van coördinaten. Bij entree moet je de bevestiging van je aanmelding kunnen tonen en vijf euro contant betalen. De politie ziet op de telefoon van de taxichauffeur dat onder ‘verhalen’ van voornoemd Instagramaccount het volgende bericht staat geplaatst:
‘REMEMBER TO SEND YOUR DM TODAY BETWEEN 14:00-19:00 INCLUDING NAMES
SENDING BEFORE OR AFTER THIS TIMESLOT WILL NOT GET YOU ANY INFO BACK FROM US!
ALSO WE WILL SELECT PEOPLE WHICH WE CAN TRUST AND FULL IS FULL AS WE HAVE A MAXIMUM CAPACITY...
WE WILL BE VERY BUSY SENDING DMS FROM 20:00 SO PLEASE BE PATIËNT AND WAIT FOR OUR REPLY!
PRIVATE ACCOUNT? OPEN YOUR ACCOUNT TO HAVE MORE CHANCE TO GET THE LOCATION!
@ […]’
Wanneer de politie met meerdere eenheden terugkeert naar voornoemde plek, komt er informatie binnen dat het een illegaal feest betreft onder een viaduct, nabij de A27. Aldaar treft de politie een groep van naar schatting tweehonderd tot driehonderd feestende mensen aan. De mensen rennen weg zodra ze de politie zien. Een jongen die met een grote luidspreker in zijn handen ook weg probeert te rennen, wordt door de politie aangehouden. Dit blijkt verdachte te zijn. Vervolgens wordt er in de auto van verdachte een grote hoeveelheid flessen water aangetroffen. Tijdens de insluitingsfouillering blijkt dat verdachte een geldsom van € 906,70 bij zich heeft.
Bij het uitlezen van de inbeslaggenomen telefoon van verdachte wordt in de applicatie ‘Notities’ een notitie aangetroffen die is aangemaakt op 24 oktober 2020, waarin staat:
‘LEES DIT BERICHT GOED!
DIT BERICHT LATEN ZIEN AAN DE DEUR!
GEEN BERICHT = GEEN TOEGANG
5 EUR ENTRANCE
SECURITY!
EIGEN DRANK IS TOEGESTAAN!
GEEN TANKS MEE SECURITY CHECKT DIT!
!!CASH ONLY!!
3,00
TELEFOON OP VLIEGTUIGSTAND!
NIETS PLAATSEN OP SOCIALMEDIA!
BELANGRIJK GOED LEZEN!
PARKEREN BIJ COORDINATEN,
COORDINATEN ZIJN OOK DE MEETINGPOINT DUS PARKEER EN DOE JE LICHTEN UIT EN BLIJF WACHTEN TOT IEMAND VAN DE ORGANISATIE JE BENADERD!
Geen plek bij de coördinaten? Parkeer in de omgeving en loop naar de coördinaten maar ga niet in groepjes hangen!
Parkeren / begeleiding naar locatie:
Intoetsen op Google maps!
NIET EERDER KOMEN DAN DE ONDERSTAANDE TIJD!
23:30 - 00:15
([…], […])
See you tonight!’
Dit is het bericht dat via Instagram is gedeeld als uitnodiging voor het feest.
Verder staat in een notitie, welke is aangemaakt op 2 augustus 2020, het volgende bericht:
‘Welkom onze trouwe ravers!
Bij deze willen we jullie welkom heten bij ons nieuwe concept waar heel snel meer informatie ter beschikking komt.
Gefeliciteerd jullie zijn als een van de weinige uitgekozen om deel te nemen aan de nieuwe doorstart van onze rave ps. Niet getreurd je kan gewoon je vrienden en vriendinnen meenemen. Daarover volgt later meer info!
We proberen dit account zo klein mogelijk te houden zodat de pakkans minimaal is, vanwege ons vertrouwen in jullie vragen wij dan ook om alsjeblieft niks zomaar door te sturen of ergens te plaatsen
Stay tuned tijgers! Binnenkort meer info’.
In de applicatie ‘Foto’s’ zijn meerdere schermafbeeldingen aangetroffen, waarop te zien is dat meerdere personen zich bij […] aanmelden voor verscheidene feesten, waaronder het feest op 24 oktober 2020, waarbij tevens namen van andere personen worden doorgegeven.
Verder worden er op de telefoon van verdachte meerdere WhatsApp-conversaties aangetroffen. Eén daarvan betreft een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en ‘Sound Neef’, waarin een afspraak wordt gemaakt om een sound box en accu’s te huren en op te komen halen. Dit gesprek dateert van 21 oktober tot en met 24 oktober.
Een andere betreft een WhatsApp-gesprek tussen verdachte en ‘[naam 2]’, dat op 25 oktober 2020 om 01:17 uur plaatsvindt, waarin staat:
‘Dier
Wbj
Kom naar neefie
Als kan
Entree aannemen nog steeds
Is vol vol
Nee joh
Leip
Broer we hebben denk al meer dan 2k hier
Soldaat
Me tas zit ook kk vol
Broer is leip man
[naam 1] en ik hebben kanker veel dokoe opgehaald’
Verder blijkt dat in Instagram onder meer de volgende accounts staan ingelogd: […], […] en dirkkempen.
De vraag die het hof dient te beantwoorden is of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing in de zin van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor een bewezenverklaring van opruiing is vereist dat bij de verdachte sprake is van (voorwaardelijk) opzet op het opruien tot enig strafbaar feit, dat de uitlating in het openbaar is gedaan en dat de uitlating mondeling, bij geschrift of afbeelding is gedaan. Bedoeld is dat de door een verdachte gedane uiting aanspoort tot het plegen van enig strafbaar feit in de betekenis van: iemand proberen iets te laten doen. Bij de beoordeling of de gedane uitingen van een verdachte aansporen tot enig strafbaar feit en/of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag en dus ‘opruiend’ zijn in de zin van artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht, komt betekenis toe aan de inhoud en de strekking van de gedane uitingen in hun onderlinge samenhang bezien, alsmede de context waarin deze uitingen aan het publiek zijn geopenbaard.
Het hof stelt vast dat niet ter discussie staat dat verdachte naar een aantal mensen een uitnodiging voor een feest heeft gestuurd via het Instagramaccount […] en […] (hierna: het Instagramaccount) en daarmee anderen heeft aangespoord tot het plegen van enig strafbaar feit, te weten om met meer dan vier personen samen te komen in de buitenlucht. Dat dit laatste op het tijdstip van het georganiseerde feest strafbaar was, volgt uit (...) de artikelen 2.1a en 2.13 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek 14 oktober 2020.
Anders dan de verdediging, is het hof van oordeel dat verdachtes aandeel bij het organiseren van het feest niet beperkt is gebleven tot het versturen van uitnodigingen voor het feest. Uit het dossier blijkt immers dat verdachte tevens een sound box heeft geregeld voor het feest. Daarnaast heeft verdachte verklaard dat hij rond de driehonderd flessen water had ingekocht en dat hij deze flessen tijdens het feest aan bezoekers had verkocht. Verder blijkt uit het WhatsApp-gesprek tussen ‘[naam 2]’ en verdachte dat laatstgenoemde tijdens het feest bij de ingang heeft gestaan om entreegeld aan te nemen, waarbij hij samen met ene [naam 1] naar eigen zeggen ‘meer dan 2k’ en ‘kanker veel dokoe’ heeft opgehaald. Tijdens de insluitingsfouillering op het politiebureau is bij verdachte een contant geldbedrag van € 906,70 aangetroffen. Gelet op het voorgaande, is het hof van oordeel dat verdachte een substantiële bijdrage heeft geleverd aan de organisatie van het feest, zodat sprake is van een gezamenlijke uitvoering hij het tenlastegelegde feit waarbij verdachte nauw en bewust met (de) andere organisator(en) van het feest heeft samengewerkt.
Voor wat betreft de vraag of de uitlatingen van verdachte in het openbaar zijn gedaan, overweegt het hof als volgt.
Verdachte heeft via het Instagramaccount […] en […] uitnodigingen verstuurd voor het feest op 24 oktober 2020, die op dat moment enkele duizenden volgers had. Uit het feit dat de berichten van […] voor een ter plaatse aanwezige taxichauffeur zichtbaar waren en dat de accountbeheerders door een journalist waren benaderd voor het schrijven van een artikel, leidt het hof af dat het Instagramaccount op dat moment voor een ieder toegankelijk was. In de biografie stond vermeld dat het een Instagramaccount betreft voor ondergrondse raves in de buurt van Amsterdam en dat men het account kan volgen voor meer informatie.
In verdachtes telefoon is een notitie aangetroffen waaruit blijkt dat door de accountbeheerders geen (openbare) berichten met informatie omtrent een locatie of een tijdstip voor een feest werden geplaatst, teneinde de pakkans minimaal te houden. Volgers van het Instagramaccount konden deze informatie verkrijgen door een persoonlijk bericht aan de beheerders te sturen. Het hof leidt uit voorgaande handelswijze af dat de accountbeheerders bewust uit het zicht van politie en justitie wilden blijven.
Uit diezelfde notitie blijkt echter ook dat volgers niet alleen zichzelf, maar tevens vrienden en vriendinnen konden aanmelden voor een (volgend) feest. Verder heeft verdachte ter zitting verklaard dat hij uit een lange lijst met namen tien bekenden zocht om hen voor het feest te benaderen en dat anderen hetzelfde deden. Gelet op voormelde omstandigheden en het feit dat door de politie ter plaatse een groep van tussen de tweehonderd à driehonderd mensen was aangetroffen, alsmede het feit dat verdachte voor het evenement een grote sound box had gehuurd en driehonderd flessen water had ingekocht, is het hof van oordeel dat het handelen en de uitlatingen van verdachte en de medeverdachten in de kern erop gericht waren om een breed publiek, waaronder ook personen die niet de Instagramaccounts […] en […] volgden, te bereiken en dat de uitlatingen dus ‘in het openbaar zijn geschied’.
Het hof verwerpt derhalve het verweer en acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing.”
2.3.1
De tenlastelegging is toegesneden op artikel 131 lid 1 Sr. Daarom moet worden aangenomen dat de in de tenlastelegging en de bewezenverklaring voorkomende begrippen ‘opruiing’ en ‘in het openbaar’ zijn gebruikt in de betekenis die deze begrippen hebben in die bepaling.
2.3.2
De volgende bepalingen zijn van belang:
- artikel 131 lid 1 Sr:
“Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.”
- artikel 443 Sr:
“Hij die een algemeen voorschrift van politie, krachtens de Gemeentewet in buitengewone omstandigheden door de burgemeester, de voorzitter van de veiligheidsregio of de commissaris van de Koning in de provincie uitgevaardigd en afgekondigd, overtreedt, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.”
- artikel 1.2 van de Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek van 14 oktober 2020:
“(...)
- evenement: elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onderdeel g, Gemeentewet, betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties, beurzen en congressen; hieronder vallen mede, maar niet uitsluitend, herdenkingsplechtigheden, optochten niet zijnde manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties, feesten, muziekvoorstellingen, wedstrijden, straatfeesten, barbecues en vechtsportwedstrijden;
(...)”
- artikel 2.1a lid 1 Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek van 14 oktober 2020:
“Het is verboden zich op een openbare plaats of een plaats in de buitenlucht, niet zijnde een bij een woning behorend erf, op te houden in groepsverband met meer dan vier personen.”
- artikel 2.13 lid 1 Noodverordening COVID-19 Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek van 14 oktober 2020:
“Het is verboden een evenement te organiseren, te laten organiseren, of te laten plaatsvinden of daaraan deel te nemen.”
2.3.3
Bij de beoordeling of de door een verdachte gedane uitingen aansporen tot enig strafbaar feit en dus ‘opruiend’ zijn in de zin van artikel 131 Sr, komt betekenis toe aan de inhoud en de strekking van de gedane uitingen in hun onderlinge samenhang bezien, alsmede de context waarin deze uitingen aan het publiek zijn geopenbaard (vgl. HR 15 december 2020, ECLI:NL:HR:2020:2020). Onder omstandigheden kan ook een indirecte aansporing tot enig strafbaar feit worden aangemerkt als opruiing (vgl. HR 24 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:447).
2.3.4
Onder ‘in het openbaar’ opruien als bedoeld in artikel 131 lid 1 Sr moet worden verstaan dat de opruiende uitingen zijn gedaan onder zodanige omstandigheden en op zo’n manier dat zij door het publiek kunnen worden vernomen. Niet is vereist dat de opruiende uitingen zijn gedaan op een openbare plaats. (Vgl., in enigszins andere bewoordingen, HR 22 mei 1939, ECLI:NL:HR:1939:35.)
2.4
De overwegingen van het hof houden onder meer het volgende in. In de nacht van 24 en 25 oktober 2020 vond een dansfeest plaats. De toen geldende restricties wegens de gevolgen van de corona-pandemie brachten onder meer met zich dat het (laten) organiseren, het laten plaatsvinden en het deelnemen aan zo’n evenement een strafbaar feit opleverde. De verdachte en zijn mededader(s) hebben op 24 oktober 2020 op een (voor een ieder toegankelijk) Instagramaccount dat bedoeld was voor ondergrondse raves in de buurt van Amsterdam en dat op dat moment “enkele duizenden volgers” had, een bericht geplaatst waarin de volgers van dat account eraan werden herinnerd tussen 14 uur en 19 uur een privébericht te sturen naar het Instagramaccount. Personen die zich hadden aangemeld voor het feest ontvingen een privébericht met daarin een bevestiging en de locatie van het feest. Op vertoon van deze bevestiging kreeg men vervolgens toegang tot het feest.
2.5
Het op deze vaststellingen gebaseerde oordeel van het hof dat de verdachte betrokken was bij het organiseren van een illegaal feest en de verdachte door het plaatsen en het delen van een bericht op social media met instructies hoe men zich kon aanmelden en aanwezig kon zijn bij dit feest, heeft aangespoord en dus ‘opgeruid’ tot enig strafbaar feit als bedoeld in artikel 131 lid 1 Sr, getuigt – gelet op wat onder 2.3.3 is vooropgesteld – niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
2.6
Dat geldt ook voor het oordeel van het hof dat de verdachte ‘in het openbaar’ heeft opgeruid. Uit de vaststellingen van het hof volgt immers dat de verdachte zich heeft bediend van en zijn bericht heeft geplaatst op een “voor een ieder toegankelijk” Instagramaccount dat op dat moment “enkele duizenden volgers” had. Gelet op wat onder 2.3.4 is vooropgesteld, kon het hof op basis van deze vaststellingen oordelen dat de uiting van de verdachte op zodanige wijze is gedaan dat deze door het publiek kon worden vernomen.
2.7
Voor zover de cassatiemiddelen hierover klagen, falen zij.

3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige

De Hoge Raad heeft ook de overige klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat ook deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en T.B. Trotman, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
30 september 2025.