Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
30 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 30 september 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1967, die betrokken was bij een in werking zijnd metamfetaminelab in Westdorpe. De verdachte werd beschuldigd van eendaadse samenloop van medeplegen van het bewerken van metamfetamine en voorbereidingshandelingen met betrekking tot dat feit, in de periode van 1 oktober 2020 tot en met 30 november 2020. Op 30 november 2020 werd 278 kilo en 350 liter metamfetamine aangetroffen. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet konden leiden tot vernietiging van die uitspraak, behalve wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de gevangenisstraf, en tot vermindering daarvan naar de gebruikelijke maatstaf. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 lid 1 van het EVRM is overschreden, omdat de stukken te laat door het hof zijn ingezonden. Dit leidde tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van vier jaren naar drie jaren en tien maanden. De Hoge Raad heeft het beroep voor het overige verworpen.