Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
3.Beslissing
28 januari 2025.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 januari 2025 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, dat op 21 april 2023 werd gewezen. De zaak betreft de weigering van een bloedonderzoek op basis van artikel 163.6 van de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) en de vraag of de recidiveregeling van artikel 123b WVW 1994 in strijd is met artikel 47 van het Handvest van de Europese Unie. De verdachte, geboren in 1988, heeft het beroep ingesteld via zijn advocaat B.E.J. Torny, die een cassatiemiddel heeft voorgesteld. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen.