Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
4.Ambtshalve beoordeling van de uitspraak van het hof
5.Beslissing
2 september 2025.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch, waarin de verdachte werd vrijgesproken van poging tot doodslag. De feiten van de zaak dateren van oudejaarsnacht 2020, toen de verdachte na een ruzie met beveiligers in de richting van bezoekers van een discotheek schoot met een vuurwapen. De Hoge Raad behandelt de cassatiemiddelen die zijn ingediend door zowel de verdachte als de benadeelde partij. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten van de verdachte niet tot cassatie leiden, omdat de bewezenverklaring verbeterd kan worden gelezen. Dit houdt in dat het hof heeft vastgesteld dat de verdachte opzet had op het doden van alle personen die zich in de wachtrij bevonden. De Hoge Raad merkt op dat er voldoende bewijs is dat de verdachte schoten heeft gelost in de richting van een groep van 20 à 30 personen, en dat de kogels zijn ingeslagen op plekken waar vitale organen zich bevinden. De Hoge Raad wijst erop dat de stelling van de verdachte dat de rij tientallen meters zou kunnen beslaan, geen steun vindt in het bewijs. De Hoge Raad verwerpt het beroep en constateert dat de redelijke termijn voor de behandeling van het cassatieberoep is overschreden, maar verbindt hieraan geen rechtsgevolg.