Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
hij op of omstreeks 17 juni 2019 te Geldermalsen, gemeente West Betuwe en/of Breda en/of Rotterdam en/of Culemborg, in ieder geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [aangever 1] te dwingen tot afgifte van een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [aangever 1] of aan een derde, te weten aan [A] BV toebehoorde een SMS-bericht naar de mobiele telefoon van die [aangever 1] heeft gezonden met de hiernavolgende inhoud: “1 week voor het geld of ik snij je ope met een machete. Heb je in de gate gehoude. Weet alles van je en je gezin. Heb niks te verlieze. Word zelf dood gemaakt als ik de geld niet heb. Dus als ik ga ga je ook. Betrek de politie erbij en je maak het erger. Ze kan me niet levenlang geven. Kom op een dag vrij en dan ga niet alleen jij maar ook je gezin onder de grond. Jij kiest zelf dan voor om je gezin te betrekke. Geef me Geld en onz wege scheide voor altijd. Kies maar betalen of jij en je gezin onder de grond. 1 week de tijd. Anders Kan ik elk moment komen. over maand over jaar over 5 jaar. Ik kom. Houdoe”,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 17 januari 2019 tot en met 8 maart 2019
te Geldermalsen, gemeente West Betuwe en/of in de gemeente Breda en/of Rotterdam en/of Culemborg, in ieder geval in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met smaad en/of bedreiging met smaadschrift en/of bedreiging met openbaarmaking van een geheim, (een) medewerker(s) van [A] BV en/of [aangever 1] , te dwingen tot de afgifte van 250.000 Euro, in elk geval van enig geldbedrag, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde medewerker(s) van [A] BV en/of die [aangever 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, in mailberichten heeft gedreigd/aangegeven
- gegevens (waaronder salarisgegevens, burgerservicenummers en contactgegevens) van medewerkers van [A] BV openbaar te maken en/of
- openbaar te maken dat [A] BV niet voldoet aan de privacy wetgeving,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.”
- de afzender te weten is gekomen dat [A] handelt in strijd met voorschriften die strekken tot bescherming van de persoonsgegevens van werknemers en
- de afzender dit niet openbaar zal maken mits [A] de afzender € 250.000,- betaalt.
Het verweer wordt als gezegd verworpen: het Openbaar Ministerie is ontvankelijk.”
3. Dit misdrijf wordt niet vervolgd dan op klacht van hem tegen wie het gepleegd is.”
3.Beslissing
2 juli 2024.