ECLI:NL:HR:2024:915

Hoge Raad

Datum uitspraak
21 juni 2024
Publicatiedatum
20 juni 2024
Zaaknummer
23/04122
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van gefailleerde in hoger beroep tegen goedkeuring van vaststellingsovereenkomst door curator

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 21 juni 2024 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een gefailleerde in zijn hoger beroep tegen de goedkeuring van een vaststellingsovereenkomst door de curator. De gefailleerde, hier aangeduid als [verzoeker], heeft beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant. De rechtbank had eerder op 1 augustus 2023 en 11 oktober 2023 beslissingen genomen die relevant waren voor deze zaak. De curatoren, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben verzocht om het cassatieberoep te verwerpen. De Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot heeft in zijn conclusie ook geadviseerd om het beroep te verwerpen.

De Hoge Raad heeft de klachten van de gefailleerde beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de eerdere beschikking van de rechtbank. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven voor zijn oordeel, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het cassatieberoep verworpen, waarmee de eerdere beslissingen van de rechtbank in stand zijn gebleven.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/04122
Datum21 juni 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats], België,
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
advocaat: Y.E.J. Geradts,
tegen
1. B.G. ARENDS, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [verzoeker],
kantoorhoudende te Eindhoven,
VERWEERDER in cassatie
hierna: de Curator,
advocaat: M.A.J.G. Janssen,
2. O.B.J. POORTHUIS,
kantoorhoudende te ’s-Hertogenbosch,
3. P.R. DEKKER,
kantoorhoudende te Rosmalen,
beiden in hun hoedanigheid van curatoren in de faillissementen van 2SQR Holding B.V., Accessio Beheer B.V. en andere vennootschappen,
4. G. TE BIESEBEEK, in zijn hoedanigheid van curator in de faillissementen van 2SQR Participatiemaatschappij B.V. en een andere vennootschap,
kantoorhoudende te Helmond,
5. R.C.M. MICHIELSEN, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van [de b.v.] en als vereffenaar van Onki Vastgoed B.V. in liquidatie,
kantoorhoudende te Uden,
6. ACCESSIO INVESTMENT B.V.,
gevestigd te Schaijk,
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: de belanghebbenden,
advocaat: B.I. Kraaipoel.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak FT RK 18/308 C/O1/16/507 F van de rechter-commissaris in de rechtbank Oost-Brabant van 1 augustus 2023;
b. de beschikking in de zaak C/O1/16/507 F van de rechtbank Oost-Brabant van 11 oktober 2023.
[verzoeker] heeft tegen de beschikking van de rechtbank beroep in cassatie ingesteld.
De Curator en de belanghebbenden hebben ieder afzonderlijk verzocht het beroep te verwerpen.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
21 juni 2024.