ECLI:NL:HR:2024:876

Hoge Raad

Datum uitspraak
14 juni 2024
Publicatiedatum
13 juni 2024
Zaaknummer
24/00129
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Belastingrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2024 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie dat was ingesteld door A.F.M.J. Verhoeven tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 november 2023. Het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de indiener van het beroepschrift het verschuldigde griffierecht niet had betaald. De griffier van de Hoge Raad had de indiener op 14 februari 2024 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd, is het griffierecht niet voldaan. Op 14 maart 2024 kreeg de indiener opnieuw de gelegenheid om te reageren op het niet betalen van het griffierecht, maar ook hierop is geen reactie ontvangen. Hierdoor kon de Hoge Raad niet anders dan het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
BELASTINGKAMER
Nummer24/00129
Datum14 juni 2024
ARREST
op het door A.F.M.J. Verhoeven ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 november 2023, nrs. 22/01378 en 22/01379.

1.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie

De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift bij aangetekende brief van 14 februari 2024 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling daarvan een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft de indiener van het beroepschrift bij aangetekende brief van 14 maart 2024 in de gelegenheid gesteld om mee te delen waarom het griffierecht niet is betaald. Deze brief is volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres.
De indiener van het beroepschrift heeft van de hiervoor bedoelde gelegenheid geen gebruik gemaakt. Het beroep in cassatie moet daarom op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb niet-ontvankelijk worden verklaard.

2.Proceskosten

De Hoge Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

3.Beslissing

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.E. van Hilten als voorzitter, en de raadsheren E.N. Punt en M.A. Fierstra, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 14 juni 2024.