ECLI:NL:HR:2024:876
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 14 juni 2024 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie dat was ingesteld door A.F.M.J. Verhoeven tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 november 2023. Het beroep in cassatie werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de indiener van het beroepschrift het verschuldigde griffierecht niet had betaald. De griffier van de Hoge Raad had de indiener op 14 februari 2024 gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor de betaling. Ondanks dat de brief volgens Track&Trace was afgeleverd, is het griffierecht niet voldaan. Op 14 maart 2024 kreeg de indiener opnieuw de gelegenheid om te reageren op het niet betalen van het griffierecht, maar ook hierop is geen reactie ontvangen. Hierdoor kon de Hoge Raad niet anders dan het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren op basis van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.