ECLI:NL:HR:2024:817

Hoge Raad

Datum uitspraak
7 juni 2024
Publicatiedatum
6 juni 2024
Zaaknummer
23/03186
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over wanbeleid en vernietiging dechargebesluiten in ondernemingsrecht

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2024 uitspraak gedaan in het principale en incidentele beroep tot cassatie. De zaak betreft een verzoeker die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam, die op 17 mei 2023 is gegeven. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat T. van Malssen, heeft de beschikking betwist, terwijl de curator, Wouter Johan Pieter Jongepier, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Estro Groep B.V., Estro Services B.V. en Estro Kinderopvang B.V., het beroep heeft verzocht te verwerpen en tevens incidenteel beroep heeft ingesteld. De advocaat van de curator is B.I. Kraaipoel. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoeker en de curator beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Ook het incidentele beroep is verworpen, waarbij de curator in de kosten is veroordeeld. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/03186
Datum7 juni 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER in het principale beroep tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
advocaat: T. van Malssen,
tegen
Wouter Johan Pieter JONGEPIER, in zijn hoedanigheid van curator in het
faillissement van Estro Groep B.V., Estro Services B.V. en Estro Kinderopvang B.V.,
kantoorhoudende te Amsterdam,
VERWEERDER in het principale beroep tot cassatie, tevens verzoeker in het incidentele beroep tot cassatie,
hierna: de curator,
advocaat: B.I. Kraaipoel,
en
1. [verweerder 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verweerder 2],
wonende te [woonplaats],
3. [verweerder 3],
wonende te [woonplaats],
4. [verweerder 4],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
5. [verweerder 5],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
6. [verweerder 6],
wonende te [woonplaats], Verenigd Koninkrijk,
7. [verweerder 7],
wonende te Duitsland,
8. [verweerder 8],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDERS in cassatie,
hierna gezamenlijk: [verweerders],
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instantie verwijst de Hoge Raad naar
de beschikking in de zaak 200.309.886/01 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 17 mei 2023.
[verzoeker] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
De curator heeft verzocht het beroep te verwerpen en heeft incidenteel beroep in cassatie ingesteld.
[verweerders] hebben geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep van [verzoeker] en van het cassatieberoep van de curator.
De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
in het principale beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van de curator begroot op € 355,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris en aan de zijde van [verweerders] begroot op nihil;
in het incidentele beroep:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt de curator in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verzoeker] en [verweerders] begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.V. Polak als voorzitter en de raadsheren F.J.P. Lock, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma en K. Teuben, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
7 juni 2024.