Uitspraak
1.Procesverloop
de beschikking in de zaak 200.309.886/01 OK van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam van 17 mei 2023.
2.Beoordeling van de middelen in het principale en in het incidentele beroep
3.Beslissing
7 juni 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 juni 2024 uitspraak gedaan in het principale en incidentele beroep tot cassatie. De zaak betreft een verzoeker die in cassatie is gegaan tegen een beschikking van de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam, die op 17 mei 2023 is gegeven. De verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat T. van Malssen, heeft de beschikking betwist, terwijl de curator, Wouter Johan Pieter Jongepier, in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Estro Groep B.V., Estro Services B.V. en Estro Kinderopvang B.V., het beroep heeft verzocht te verwerpen en tevens incidenteel beroep heeft ingesteld. De advocaat van de curator is B.I. Kraaipoel. De Hoge Raad heeft de klachten van de verzoeker en de curator beoordeeld, maar heeft geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. In de beslissing heeft de Hoge Raad het principale beroep verworpen en de verzoeker veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie. Ook het incidentele beroep is verworpen, waarbij de curator in de kosten is veroordeeld. De beschikking is openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.