2.2.2Deze bewezenverklaring steunt op onder meer de volgende bewijsmiddelen:
“4. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 2] , verbalisant, gesloten op 5 oktober 2020, p. 7-12, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 6 september 2020, omstreeks 04:55 uur, waren wij ter plaatse op de Laan van Vollenhove .
Bij controle van het kenteken in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW), zag ik dat er van de bestelauto geen verzekeringsgegevens bekend waren.
Ik hoorde de man zeggen dat hij naar Zeist was gereden, maar dat hij dit niet wist.
Ik controleerde de gegevens van de man achter het stuur en zag dat hij was genaamd:
Naam: [verdachte]
Voornaam: [verdachte]
Geboren [geboortedatum] 1989 te [geboorteplaats]
Ik controleerde de gegevens van [verdachte] nog in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW). Ik zag dat het rijbewijs categorie B van [verdachte] vanaf 11 januari 2018 door het CBR divisie vorderingen ongeldig was verklaard.
Omstreeks 05:55 uur zag ik dat de eerder genoemde bestelauto nog op de locatie stond. Ik zag dat [verdachte] nog achter het stuur zat.
Ik zag dat de bestuurder tot stilstand kwam en voor mijn dienstauto bleef staan. Vervolgens ben ik uitgestapt om richting de bestuurder te lopen. Op het moment dat ik halverwege de bestelauto was, zag en hoorde ik dat de bestuurder vol accelereerde en met piepende banden wegreed. Ik zag vervolgens dat de bestuurder linksaf reed in de richting van De Dreef.
Tevens heeft de bestuurder na het doven van zijn verlichting deze niet meer aan gehad tijdens de gehele achtervolging. Tevens was het gezien het tijdstip nog donker buiten.
De Dreef is een weg binnen de bebouwde kom van Zeist met een geldende maximum snelheid van 50 kilometer per uur. Ik zag dat de verdachte met hoge snelheid over enkele drempels reed en hierbij bijna de macht over het stuur verloor. Op enig moment zag ik dat de snelheid 120 kilometer per uur was.
Ik zag vervolgens dat de verdachte bij een rotonde rechtdoor de Dijnselburgerlaan opreed. Ik zag dat de verdachte met hoge snelheid door rood reed bij de verkeerslichten op de kruising met de Boulevard en direct weer rechtsaf reed de Oude Woudenbergse Zandweg op. Vervolgens zag ik dat de verdachte rechtsaf de Erasmuslaan en direct linksaf de Spinozalaan op reed. Vanaf de Spinozalaan reed verdachte linksaf de Verlengde Slotlaan op en direct rechtsaf de Krakelingweg.
Ik zag vervolgens dat de verdachte op de kruising door de rode verkeerslichten naar links reed de Jagerssingel op.
Ik zag dat de verdachte op de Jagersingel verkeersbord D2 met een verplichte rijrichting naar rechts negeerde en hier links voorbij reed. Ik zag dat de verdachte vervolgens linksaf sloeg en wederom verkeersbord D2 met een verplichte rijrichting naar rechts negeerde en hier links voorbij reed.
Ik zag dat verdachte bij een rotonde rechtdoor reed de Heideweg op in de richting van de Driebergseweg. Ik zag vervolgens dat verdachte met hoge snelheid de rode verkeerslichten negeerde en naar links reed de Driebergseweg op. Ik zag vervolgens dat verdachte onder de rijksweg A12 door reed in de richting van Driebergens-Rijsenburg. Ter hoogte van de rotonde Horst zag ik dat verdachte linksaf sloeg de Horstlaan in. Vervolgens zag ik dat verdachte rechtsaf sloeg de Arnhemse Bovenweg op in de richting van Doorn.
Vervolgens zag ik dat verdachte vanaf de Berkenlaan rechtsaf de provinciale weg op reed terug in de richting van Driebergen-Rijsenburg.
Ik zag dat verdachte de Hoofdstraat helemaal volgde. Vervolgens zag ik dat verdachte de bebouwde kom uit reed en voor het Viaduct met de rijksweg A12 enkele malen met hoge snelheid diverse rode verkeerslichten negeerde. Vervolgens zag ik dat verdachte linksaf reed de rijksweg A12 op in de richting van Bunnik.
Ik zag dat verdachte de autosnelweg op was gereden en zijn snelheid verhoogde tot 160 kilometer per uur. De rijksweg A12 is een autosnelweg met een maximum snelheid van 100 kilometer per uur.
Ik zag dat verdachte tussen rijstrook 2 en 3 bleef slingeren en dat er inmiddels meerdere politie-eenheden bij de achtervolging waren aangesloten.
Ik zag dat er inmiddels wat meer overig verkeer op de autosnelweg reed zoals enkele personenauto’s en vrachtverkeer.
Ter hoogte van knooppunt Oudenrijn zag ik dat verdachte de A2 op reed. Vervolgens zag ik dat verdachte afslag 8 nam en rechts afsloeg in de richting van Utrecht.
Ik zag dat verdachte de Meernburg over reed in de richting van de Weg der Verenigde Naties. Ik zag vervolgens dat verdachte ging spookrijden. Vervolgens zag ik dat verdachte rechtsaf sloeg het viaduct op over het 24 oktober plein. Ik zag dat collega [verbalisant 1] met zijn dienstvoertuig voor verdachte kwam te rijden.
5. Een proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 1] , verbalisant, gesloten op 15 september 2020, p. 16-17, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op het moment dat ik zag dat de bus mij met hoge snelheid naderde, reed ik ongeveer 40 kilometer per uur. Ik keek in de binnenspiegel en wilde zicht houden op de bus. Ik zag dat de bus geen snelheid minderde en besloot de bus ruimte te geven door terug te sturen naar de 2e rijstrook, om die bus die op de 1e rijstrook reed de gelegenheid te geven mij te passeren. Op het moment van insturen naar de 2e rijstrook (rechts) hoorde ik links achter mijn dienstvoertuig een harde knal en voelde mijn dienstvoertuig schudden. Ik schrok enorm en hield mijn stuur stevig vast, omdat ik bang was dat ik de controle over mijn voertuig kwijt zou raken op de flyover. Ik realiseerde mij direct dat de bus bij gewoon ramde. Ik merkte direct dat ik een lekke band had en wilde mijn voertuig zo snel mogelijk tot stilstand brengen.
(...)
6. Een aanvullend proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt door [verbalisant 3] , verbalisant, gesloten op 16 november 2020, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik kreeg samen met mijn collega [verbalisant 4] de melding om collega [verbalisant 2] te ondersteunen met een achtervolging van een bus.
(...)
Ik zag dat er een dienstvoertuig voor het voertuig ging rijden. In dit voertuig zat collega [verbalisant 1] . Ik zag dat het dienstvoertuig vlak voor het voertuig reed. Ik had goed zicht op beide voertuigen aangezien ze op 2 verschillende banen reden. Ik zag dat het dienstvoertuig voor het voertuig ging rijden. Ik zag dat het voertuig tegen de achterkant van het dienstvoertuig reed. Ik zag dat het dienstvoertuig vlak voor de botsing een beweging naar links maakte. Ik zag dat het dienstvoertuig aan de linkerkant aan de achterzijde geraakt werd. Ik zag dat het dienstvoertuig verder naar links uitweek en met zijn neus tegen de betonnen wand aan kwam. Ik zag dat het dienstvoertuig een lekke linkerachterband had.”
2.2.3Het hof heeft over de bewezenverklaring verder overwogen:
“Op 6 september 2020, omstreeks 04:55 uur werd verdachte aangetroffen achter het stuur van een bestelbus, voorzien van het kenteken [kenteken] . Bij de controle van het kenteken kwam naar voren dat er geen verzekeringsgegevens bekend waren. Verdachte heeft op dat moment verklaard dat hij naar Zeist was gereden, maar dat hij niets wist van de verzekeringsgegevens. Na controle van de gegevens van verdachte in het register van de Rijksdienst voor het Wegverkeer bleek dat het rijbewijs categorie B van verdachte vanaf 11 januari 2018 ongeldig was verklaard.
Omstreeks 05:55 uur zag verbalisant [verbalisant 2] dat verdachte nog achter het stuur van de bestelbus zat. Slechts tien minuten later, omstreeks 06:05 uur zag [verbalisant 2] de bestelbus hard wegrijden vanaf de plaats waar verdachte eerder gecontroleerd werd. [verbalisant 2] zag dat er één persoon in de bestelbus zat. Vervolgens ontstond er een dollemansrit waarbij verdachte onacceptabele verkeersrisico’s heeft genomen. Tijdens de achtervolging hebben verbalisanten [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 1] enige tijd zicht gehad op het gezicht van de bestuurder van de bestelbus. Aan [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 1] is na de achtervolging een foto getoond van verdachte. [verbalisant 3] , [verbalisant 4] en [verbalisant 1] hebben op ambtseed dan wel op ambtsbelofte afzonderlijk van elkaar een herkenning opgemaakt gebaseerd op uiterlijke kenmerken. Het hof acht de herkenningen betrouwbaar. De herkenningen worden bovendien ondersteund door de bevindingen van eerder die nacht. Gelet op de bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte diegene is die de bestelbus tijdens de dollemansrit heeft bestuurd.
Tijdens de dollemansrit is verdachte door meerdere politievoertuigen achtervolgd met als doel verdachte aan te houden. [verbalisant 1] kwam voor verdachte te rijden. [verbalisant 1] reed ten tijde van de aanrijding ongeveer 40 kilometer per uur en zag in de binnenspiegel dat de bestelbus hem van achteren naderde. Omdat verdachte met de bestelbus geen snelheid minderde besloot [verbalisant 1] aan verdachte ruimte te geven om hem te laten passeren. Daaruit leidt het hof af dat verdachte harder heeft moeten rijden dan [verbalisant 1] en dat verdachte met hoge snelheid op de fly-over reed. Op het moment dat [verbalisant 1] naar rechts wilde insturen, hoorde hij linksachter het politievoertuig een harde knal en voelde hij het politievoertuig schudden. Ten gevolge van de aanrijding tussen verdachte en [verbalisant 1] ging de linker achterband van het politievoertuig lek en kwam het politievoertuig met zijn neus tegen een betonnen wand aan. Wanneer twee rijdende voertuigen elkaar (waarvan althans één met hogere snelheid) raken, is de kans op een ongeluk met ernstig gevolg aanmerkelijk. Verdachte heeft met hoge snelheid scherp ingestuurd op het politievoertuig, terwijl verdachte daarvoor al diverse onacceptabele verkeersrisico’s heeft genomen. Het hof concludeert op basis van deze uiterlijke verschijningsvorm dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat [verbalisant 1] zwaar lichamelijk letsel zou oplopen.”