ECLI:NL:HR:2024:760

Hoge Raad

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
24 mei 2024
Zaaknummer
23/00207
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie in een strafzaak betreffende mensenhandel en exploitatie van bordelen in Sint Maarten

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Het beroep in cassatie is ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat C. Reijntjes-Wendenburg. De zaak betreft ernstige strafbare feiten, waaronder mensenhandel, exploitatie van bordelen, en illegale tewerkstelling van werknemers in Sint Maarten. De verdachte is beschuldigd van het medeplegen van deze delicten, die meermalen zijn gepleegd, en de Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het hof, en heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien dit niet noodzakelijk was voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, waarmee de eerdere uitspraak van het hof in stand blijft.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer23/00207 C
Datum28 mei 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 15 december 2022, nummer H 106/2019, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats ] op [geboortedatum] 1966,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft C. Reijntjes-Wendenburg, advocaat te Valkenswaard, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president V. van den Brink als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.E.M. Röttgering, in bijzijn van de waarnemend griffier H.J.S. Kea, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
28 mei 2024.