Uitspraak
1.De uitspraak waarvan herziening is gevraagd
2.De aanvraag tot herziening
3.Beoordeling van de aanvraag
(a) de aanvraag een nauwkeurige omschrijving moet bevatten van dit gegeven (hierna: het novum) en dat dus bijvoorbeeld niet kan worden volstaan met een verwijzing naar bijgevoegde stukken waaruit zo’n novum zou moeten blijken;
(b) de aanvraag de redenen moet vermelden waarom het novum tot één van de genoemde beslissingen zou hebben kunnen leiden;
(c) de aanvraag, als deze ertoe strekt de bewijsvoering aan te tasten, met voldoende precisie moet uiteenzetten (i) waarom een bepaald onderdeel van de bij de aanvraag gevoegde stukken leidt tot ernstige twijfel aan de juistheid van een nauwkeurig aangeduid gedeelte van de bewijsvoering, en (ii) waarom dat leidt tot het ernstige vermoeden dat het onderzoek van de zaak, als dat gegeven toen bekend was geweest, zou hebben geleid tot een vrijspraak.
Alleen als de aanvraag aan deze eisen voldoet, kan de Hoge Raad beoordelen of de aanvraag gegrond is.
4.Beslissing
23 april 2024.