ECLI:NL:HR:2024:510

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 april 2024
Publicatiedatum
28 maart 2024
Zaaknummer
22/02202
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid cassatieberoep inzake beslag op goederen in verband met verdovende middelen en witwassen

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 april 2024 uitspraak gedaan in een cassatieberoep dat was ingesteld door klagers tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022. De klagers, een man en een vrouw, waren betrokken bij een onderzoek naar grootschalige invoer van en handel in verdovende middelen, alsook witwassen. Het cassatieberoep richtte zich op het beslag dat was gelegd op verschillende goederen, waaronder airpods, horloges, tassen, schoenen, portemonnees, een telefoon, administratie en contant geld. De advocaat-generaal, P.M. Frielink, had geconcludeerd tot een gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van de klagers in hun beroep en deels tot verwerping van het beroep.

De Hoge Raad oordeelde dat het cassatieberoep van de klagers voor zover dit betrekking had op de airpods niet in behandeling kon worden genomen. Dit was gebaseerd op het feit dat de airpods inmiddels waren vernietigd, waardoor het beslag was opgeheven en de klagers niet ontvankelijk konden worden verklaard in hun beroep tegen de niet-ontvankelijkheid van het klaagschrift met betrekking tot dit voorwerp. De Hoge Raad heeft de klachten over de overige goederen beoordeeld, maar deze konden niet leiden tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom deze klachten niet tot een andere uitkomst konden leiden, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de ontwikkeling van het recht.

De beslissing van de Hoge Raad was als volgt: het beroep werd niet-ontvankelijk verklaard voor zover het gericht was tegen de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de airpods, en het beroep werd voor het overige verworpen. Deze beschikking werd uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/02202 B
Datum2 april 2024
BESCHIKKING
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de rechtbank Overijssel van 20 mei 2022, nummers RK 22/50 en 22/51, op een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv, ingediend
door
[klager] ,
geboren te [geboorteplaats ] op [geboortedatum ] 1980
en
[klaagster]
geboren te [geboorteplaats ] op [geboortedatum ] 1981,
hierna: de klagers.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze heeft N. van Schaik, advocaat te Utrecht, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd deels tot niet-ontvankelijk verklaring van de klagers in het beroep in cassatie en deels tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep naar aanleiding van het eerste cassatiemiddel
De Hoge Raad kan het cassatieberoep van de klagers voor zover dit ziet op het inbeslaggenomen voorwerp met nummer 36 niet in behandeling nemen. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal onder 3. Het cassatiemiddel blijft daarom onbesproken.

3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van de rechtbank beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

4.Beslissing

De Hoge Raad:
- verklaart het beroep niet-ontvankelijk voor zover het gericht is tegen de beslissing van de rechtbank dat het klaagschrift ten aanzien van voorwerp nummer 36 (Apple airpods) niet-ontvankelijk is;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T.B. Trotman en F. Posthumus, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
2 april 2024.