Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
16 april 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De zaak betreft groepsbelediging van moslims door de verdachte, die de uitlating deed: "What you need to do is understand how dangerous moslims are. Moslims zijn niet goede mensen". De verdachte heeft aangevoerd dat deze uitlatingen geen belediging in de zin van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht opleveren, omdat hij een geslaagd beroep kan doen op de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst.
De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie ingesteld door de verdachte, die werd bijgestaan door advocaat J. Visscher. De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het gerechtshof. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Dit arrest is gewezen door vice-president M.J. Borgers als voorzitter, samen met raadsheren M. Kuijer en C.N. Dalebout, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting.