Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
- het proces-verbaal van verhoor van de verdachte door de politie van 18 juli 2021 (om 17:00 uur), waarin als verklaring van de verdachte is opgenomen dat zij nog niet is ingeschreven in Nederland, dat zij op dat moment verblijft bij haar oom op het adres [a-straat 1] in [plaats] en dat zij in Roemenië staat ingeschreven op het adres [b-straat 1] in [plaats] ;
- de door een advocaat verstrekte schriftelijke bijzondere volmacht tot het instellen van hoger beroep van 1 augustus 2021, waarin is vermeld dat de verdachte woont aan de [a-straat 1] te [plaats] en dat een afschrift van de dagvaarding in hoger beroep kan worden verzonden naar de adressen van de verdachte, te weten [b-straat 1] in [plaats] en [a-straat 1] in [plaats] ;
- akten van uitreiking van de dagvaarding in hoger beroep voor de rolzitting van het hof van 22 december 2021, waaruit blijkt dat die dagvaarding op 28 oktober 2021 is uitgereikt aan een medewerker van het openbaar ministerie omdat de woon- of verblijfplaats van de verdachte niet bekend is en vervolgens op 2 en 8 november 2021 tevergeefs is aangeboden op het adres [a-straat 1] in [plaats] , met de vermelding dat de geadresseerde niet (meer) op dat adres woont;
- de Informatiestaat SKDB-persoon van 8 november 2021, die inhoudt dat de verdachte op dat moment niet is gedetineerd, dat de verdachte niet is ingeschreven in de basisregistratie personen (BRP) en dat haar laatst opgegeven woon- of verblijfplaats (datum registratie 18 juli 2021) [a-straat 1] in [plaats] is.
3.Beoordeling van de cassatiemiddelen voor het overige
4.Beslissing
27 februari 2024.