ECLI:NL:HR:2024:259

Hoge Raad

Datum uitspraak
27 februari 2024
Publicatiedatum
19 februari 2024
Zaaknummer
22/00737
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over vernieling en poging tot zware mishandeling met auto

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 27 februari 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte, geboren in 1972, was beschuldigd van vernieling en poging tot zware mishandeling door met zijn auto met aanzienlijke snelheid achteruit te rijden tegen stilstaande voertuigen. Daarnaast werd de verdachte verweten de plaats van het ongeval te hebben verlaten. De Hoge Raad heeft zich gebogen over verschillende cassatiemiddelen, waaronder de vraag of de verdachte opzet had op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel en of het hof de gezondheidssituatie van de verdachte, namelijk darmkanker, als een onderbouwd standpunt over de op te leggen straf had moeten beschouwen. Ook werd de vordering van de benadeelde partij besproken, waarbij de vraag aan de orde kwam of er voldoende bewijs was dat de benadeelde partij schade had geleden als gevolg van de bewezenverklaarde poging tot zware mishandeling. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft het beroep verworpen, zonder verdere motivering, aangezien de vragen niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/00737
Datum27 februari 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 22 februari 2022, nummer 21-001535-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft D. Greven, advocaat te Borne, bij schriftuur cassatiemiddelen voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de benadeelde partij [benadeelde] heeft M.W.G.J. IJsseldijk, advocaat in Arnhem, een verweerschrift ingediend.
De advocaat-generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.

2.Beoordeling van de cassatiemiddelen

De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die uitspraak. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren T. Kooijmans en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
27 februari 2024.