ECLI:NL:HR:2024:1887

Hoge Raad

Datum uitspraak
20 december 2024
Publicatiedatum
19 december 2024
Zaaknummer
24/00166
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over schending bancaire zorgplicht door beleggingsadviseur in kredietverstrekking met zekerheidsstelling

In deze zaak heeft Corona Holdings N.V. beroep in cassatie ingesteld tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam. De zaak betreft een kredietverstrekking waarbij een zekerheidsstelling is gedaan door onderbrenging van een aandelenpakket, waarvoor een beleggingsadviesovereenkomst is gesloten. De centrale vraag in deze procedure is of er sprake is van een schending van de bancaire zorgplicht door de beleggingsadviseur. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van de rechtbank Amsterdam en een arrest van het gerechtshof Amsterdam, waaruit blijkt dat Corona Holdings niet tevreden was met de uitkomst van de eerdere rechtszaken. De advocaat van Corona Holdings heeft schriftelijk gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. Na beoordeling van de klachten over het arrest van het hof, heeft de Hoge Raad geoordeeld dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het arrest. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en Corona Holdings veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/00166
Datum20 december 2024
ARREST
In de zaak van
CORONA HOLDINGS N.V.,
gevestigd te Den Haag,
EISERES tot cassatie,
hierna: Corona Holdings,
advocaat: P.J. Tanja,
tegen
VAN LANSCHOT KEMPEN N.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Van Lanschot,
advocaat: F.E. Vermeulen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak C/13/700355 / HA ZA 21-347 van de rechtbank Amsterdam van 3 november 2021 en 30 maart 2022;
b. het arrest in de zaak 200.315.677/01 van het gerechtshof Amsterdam van 17 oktober 2023.
Corona Holdings heeft tegen het arrest van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Van Lanschot heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten, voor Corona Holdings mede door H.W. Volberda en voor Van Lanschot mede door K.W.G. Heesterbeek.
De conclusie van de Advocaat-Generaal T. Hartlief strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van Corona Holdings heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het arrest van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat arrest. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt Corona Holdings in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Van Lanschot begroot op € 873,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren H.M. Wattendorff, als voorzitter, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
20 december 2024.