ECLI:NL:HR:2024:1877

Hoge Raad

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
22/01769
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over medeplegen van diefstal van elektriciteit ten behoeve van hennepkwekerij

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 december 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. De verdachte was eerder vrijgesproken van het medeplegen van hennepteelt, maar werd wel beschuldigd van diefstal van elektriciteit ten behoeve van een hennepkwekerij. De advocaat-generaal had geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, specifiek met betrekking tot de beslissingen over de diefstal van elektriciteit en de strafoplegging. De Hoge Raad oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte bij de teelt van hennep op zichzelf niet voldoende was om te concluderen dat hij zich ook schuldig had gemaakt aan het opzettelijk wegnemen van elektriciteit. Het hof had in zijn bewijsvoering geen zelfstandige aandacht besteed aan de diefstal van elektriciteit, en er waren geen concrete gedragingen van de verdachte die zijn betrokkenheid bij de hennepteelt konden aantonen. Hierdoor was de bewezenverklaring onvoldoende gemotiveerd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof vernietigd, maar alleen wat betreft de beslissingen over de diefstal van elektriciteit en de strafoplegging, en heeft de zaak terugverwezen naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden voor herbehandeling.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer22/01769
Datum17 december 2024
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 29 april 2022, nummer 21-003499-19, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977,
hierna: de verdachte.

1.Procesverloop in cassatie

Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben K. Renssen en S.W. Teuwen, beiden advocaat in 's-Gravenhage, bij schriftuur een cassatiemiddel voorgesteld.
De advocaat-generaal P.M. Frielink heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde feit, de beslissing op de vordering van de benadeelde partij, en de strafoplegging, waaronder de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel, en tot terugwijzing van de zaak naar het hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde op het bestaande hoger beroep in zoverre opnieuw te worden berecht en afgedaan.

2.Beoordeling van het cassatiemiddel

2.1
Het cassatiemiddel klaagt over de bewezenverklaring van de onder 2 tenlastegelegde diefstal door twee of meer verenigde personen.
2.2
Het cassatiemiddel slaagt. De redenen daarvoor staan vermeld in de conclusie van de advocaat-generaal.

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de beslissingen over het onder 2 tenlastegelegde en de strafoplegging;
- wijst de zaak terug naar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, opdat de zaak ten aanzien daarvan opnieuw wordt berecht en afgedaan;
- verwerpt het beroep voor het overige.
Dit arrest is gewezen door de vice-president M.J. Borgers als voorzitter, en de raadsheren M. Kuijer en C.N. Dalebout, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
17 december 2024.