ECLI:NL:HR:2024:1805

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
23/01518
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatie over onrechtmatige daad en toestemming van Curaçao Civil Aviation Authority in erfpachtovereenkomst

In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een geschil tussen Curaçao Airport Holding N.V. en Hato Assets Company N.V. (hierna gezamenlijk aangeduid als CAH c.s.) en Wijnmakerij Curaçao N.V. De zaak betreft een erfpachtovereenkomst voor een wijngaard nabij de luchthaven van Curaçao, waarbij toestemming van de Curaçao Civil Aviation Authority (CCAA) als opschortende voorwaarde was gesteld. De toestemming van de CCAA bleef echter uit, wat leidde tot de vraag of CAH c.s. onrechtmatig hebben gehandeld door de indruk te wekken dat de toestemming slechts een formaliteit zou zijn.

De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. CAH c.s. hebben beroep in cassatie ingesteld tegen het vonnis van het hof, terwijl Wijnmakerij een verweerschrift heeft ingediend. De Advocaat-Generaal B.F. Assink heeft geconcludeerd tot verwerping van het cassatieberoep.

Na beoordeling van de klachten over het vonnis van het hof, concludeert de Hoge Raad dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van het vonnis. De Hoge Raad oordeelt dat het niet nodig is om te motiveren waarom dit oordeel is gegeven, aangezien de vragen die aan de orde zijn niet van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht. De Hoge Raad verwerpt het beroep en veroordeelt CAH c.s. in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen worden voldaan.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/01518
Datum6 december 2024
ARREST
In de zaak van
1. CURAÇAO AIRPORT HOLDING N.V.,
gevestigd in Curaçao,
2. HATO ASSETS COMPANY N.V.,
gevestigd in Curaçao,
EISERESSEN tot cassatie,
hierna gezamenlijk: CAH c.s.,
advocaten: H. Boom en R.P.J.L. Tjittes,
tegen
WIJNMAKERIJ CURAÇAO N.V.,
gevestigd in Curaçao,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: Wijnmakerij,
advocaat: J.W.H. van Wijk.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de vonnissen in de zaak CUR201902487 van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van 13 januari 2020, 14 september 2020 en 10 mei 2021;
b. het vonnis in de zaak CUR201902487 - CUR2021H00178 van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba van 17 januari 2023.
CAH c.s. hebben tegen het vonnis van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Wijnmakerij heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De zaak is voor Wijnmakerij toegelicht door haar advocaat.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.F. Assink strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaten van CAH c.s. hebben schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over het vonnis van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van dat vonnis. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt CAH c.s. in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Wijnmakerij begroot op € 857,-- aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien CAH c.s. deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.E. du Perron, als voorzitter, F.R. Salomons en G.C. Makkink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
6 december 2024.