Uitspraak
1.Procesverloop
2.Beoordeling van het middel
3.Beslissing
6 december 2024.
Hoge Raad
In deze zaak, die voor de Hoge Raad is gebracht, gaat het om een cassatieverzoek van [verzoeker] tegen de beslissingen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie en het gerecht in eerste aanleg van Curaçao. De zaak betreft een vrijwaringsprocedure en de schadebeperkingsplicht van de gewaarborgde, zoals vastgelegd in artikel 6:101 van het Burgerlijk Wetboek. De Hoge Raad verwijst naar eerdere vonnissen van het gerecht in eerste aanleg van Curaçao en het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, die in deze zaak relevant zijn. De advocaat-generaal T. Hartlief heeft geconcludeerd tot vernietiging van de eerdere vonnissen en heeft de Hoge Raad geadviseerd om de zaak op een bepaalde wijze af te doen.
De Hoge Raad heeft de klachten van [verzoeker] beoordeeld en heeft geoordeeld dat de klachten van onderdeel 1 van het middel niet tot cassatie kunnen leiden. De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat de klacht van onderdeel 2 slaagt, wat betekent dat er gegronde redenen zijn om het eerdere vonnis te vernietigen. De Hoge Raad heeft vervolgens de eerdere vonnissen vernietigd en een nieuwe beslissing genomen over de schadevergoeding die [verzoeker] aan Avanti moet betalen. De Hoge Raad heeft ook de kosten van het geding in cassatie aan Avanti c.s. opgelegd, met een specificatie van de bedragen die [verzoeker] aan hen moet betalen.
Dit arrest is uitgesproken op 6 december 2024 door de president G. de Groot en andere leden van de Hoge Raad, en is openbaar gemaakt door raadsheer A.E.B. ter Heide.