ECLI:NL:HR:2024:1799

Hoge Raad

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
24/01448
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen ontbinding arbeidsovereenkomst op grond van verstoorde arbeidsverhouding

In deze zaak heeft [verzoeker], wonende te [woonplaats], cassatie ingesteld tegen de beschikking van het gerechtshof Den Haag van 16 januari 2024, waarin de ontbinding van zijn arbeidsovereenkomst met TOTALENERGIES EP NEDERLAND B.V. (TEPNL) werd bekrachtigd. De ontbinding was gebaseerd op een verstoorde arbeidsverhouding, waarbij de Hoge Raad zich diende te buigen over de vraag of de vereisten voor ontbinding, zoals gesteld in artikel 7:671b lid 6 onder a BW, correct waren toegepast. De advocaat van [verzoeker], J.C. Zevenberg, heeft gereageerd op de conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber, die strekte tot verwerping van het cassatieberoep. De Hoge Raad heeft de klachten van [verzoeker] beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet konden leiden tot vernietiging van de beschikking van het hof. De Hoge Raad oordeelde dat het niet nodig was om te motiveren waarom het tot dit oordeel kwam, aangezien de vragen die aan de orde waren niet van belang waren voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals bedoeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie. Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen en [verzoeker] veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die aan de zijde van TEPNL op nihil zijn begroot.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer24/01448
Datum6 december 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker],
advocaat: J.C. Zevenberg,
tegen
TOTALENERGIES EP NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: TEPNL,
niet verschenen.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikking in de zaak 10159666 RP VERZ 22-50492 van de rechtbank Den Haag van 17 maart 2023;
b. de beschikking in de zaak 200.328.856 van het gerechtshof Den Haag van 16 januari 2024.
[verzoeker] heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
TEPNL heeft geen verweerschrift ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal B.J. Drijber strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [verzoeker] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van TEPNL begroot op nihil.
Deze beschikking is gegeven door de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek, als voorzitter, C.E. du Perron en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
6 december 2024.