Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
3.Beslissing
3 december 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een cassatieberoep tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 29 maart 2023. De verdachte, geboren in 1979, was betrokken bij een gewelddadige inbraak in Rilland, waarbij hij samen met anderen een ander persoon ernstig heeft mishandeld met als doel hennepplanten te stelen. De Hoge Raad heeft het beroep in cassatie beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van het hof niet ontvankelijk zijn. De procureur-generaal heeft de gelegenheid gekregen om advies uit te brengen, maar de Hoge Raad heeft besloten het cassatieberoep zonder verdere motivering niet-ontvankelijk te verklaren, zoals voorzien in artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De uitspraak benadrukt de ernst van de gepleegde feiten en de gevolgen daarvan voor de verdachte.