2.2Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep houdt onder meer in:
“De verdachte verklaart als volgt:
Ik ben het er niet mee eens omdat kinderen met mijn kind hebben gevochten op school. Eén van de jongens riep daarbij ‘je moeder is een hoer’. Mijn zoon heeft thuis verteld dat hij ruzie had gehad met een jongen. Twee dagen later zijn er vijf kinderen op mijn zoon afgekomen. Mijn zoon kwam toen huilend thuis omdat hij straf had gekregen. Ik zei dat het afgelopen was en ben naar school toe gegaan. Daar werd mij verteld dat ik niet binnen mocht gekomen. Toen ben ik boos geworden. Ik heb toen gezegd ‘moeten we het net als Amerika doen, moet ik hier op school komen, ik schiet jullie allemaal dood’. Dat heb ik gezegd. Ik weet niet eens met welk kind mijn zoon ruzie had. Toen ik op school kwam werd ik in een zaal gezet. Mijn zoon heeft verteld om welke jongens het ging, maar dat is nooit uitgezocht door de school. Mijn zoon moest naar de dokter, hij had wel dood kunnen gaan. Wij hebben nooit een verklaring af kunnen leggen.
Er stonden wel 1000 kinderen in de gang en dat Syrische meisje is de enige die heeft gehoord dat ik iemand zou gaan slaan na school. Er worden veel buitenlanders hier gehaald met problemen in hun hoofd. Ik zei dat ik na school mijn dochter op moest komen halen. Mijn advocaat heeft gevraagd om camerabeelden maar die zijn er niet. U vraagt mij naar de situatie op school. Mijn zoon is bang van de situatie. Eén van mijn kinderen gaat nog naar die school. Dat meisje zegt dat zij een trauma heeft opgelopen maar ik betaal niets. Dat is de reden dat ik het er niet mee eens ben. Zij heeft wel een verklaring af mogen leggen maar mijn zoon niet. Jullie moeten dat gaan onderzoeken. Er is geen hek, het is gewoon een speelplaats. Er is geen zicht op de kinderen. Kijk in mijn telefoon wat de politie met mensen doet en jullie zien die dingen en vinden het normaal. Ik ben boos. De politie slaat iemand in een rolstoel.
Noot griffier: De verdachte legt zijn verklaring met luide stem en zichtbaar boos af en begint te schelden. De voorzitter maant de verdachte tot kalmte.
De voorzitter deelt het volgende mede:
Er zijn diverse verklaringen afgelegd over die dag.
De verdachte reageert daarop als volgt:
Zij kunnen alles verklaren want zij zijn van de politie. Waarom mogen wij niets verklaren.
Noot griffier: De verdachte spreekt nog steeds met luide stem is nog steeds zichtbaar boos. De oudste raadsheer zegt hem dat hij niet moet schreeuwen.
De verdachte verklaart:
Wat zou er gebeurd zijn als mijn zoon dood was gegaan. Een van mijn andere zoons is dood geboren. Hoe kan het dat een kind huilend thuis komt? Vijf tegen één. Je moet een man zijn. Ik heb gezegd ‘aan de kant, ik sloop hem’. Iemand uit groep 8 tegen een jongen uit groep 6. Vijf kankerlijers tegen één.
U, voorzitter, vraagt mij hoe het verder moet met de situatie. Ik vraag mij af wanneer ze mijn zoon gaan vragen wat er is gebeurd. Kankerprobleem. Uw probleem is met deze mensen. Jullie flippen mijn hoofd.
Noot griffier: De parketpolitie grijpt in en vraagt de verdachte zijn rust te bewaren.
De voorzitter merkt op dat het geen zin heeft om nog verder met de verdachte in discussie te gaan.
De benadeelde partij persisteert bij de in eerste aanleg gedane vordering tot schadevergoeding tot een bedrag van € 2.414,12.
Noot griffier: de verdachte kijkt op zijn telefoon naar een filmpje.
De verdachte verklaart als volgt:
Kijk hier, die man in die rolstoel. Wat gebeurt er met die man? De politie slaat een man in een rolstoel. Dat is net als in deze zaak. Ik wil zeggen dat ze mij op school beschuldigden.
De voorzitter vraagt aan de parketpolitie of de telefoon van de verdachte met het filmpje aan het hof getoond kan worden.
De voorzitter deelt mede:
U laat een filmpje zien van een incident waarbij een rolstoel of een scootmobiel op zijn kant ligt en waarbij politie aanwezig is. De politie heeft meneer in de rolstoel of scootmobiel kennelijk vast.
De verdachte reageert daarop als volgt:
Ze schoppen tegen zijn hoofd terwijl hij op de grond ligt. Bam op zijn hoofd. Ik word blij wanneer ik een bom gooi en iedereen dood gaat. Ik ook. Afgelopen.
De advocaat-generaal voert het woord tot requisitoir als volgt.
(...)
De verdachte onderbreekt de advocaat-generaal en verklaart als volgt:
Hebben jullie de camerabeelden gezien? Weet je wat ik iedere dag denk? Jullie weten het niet.
Noot griffier: De voorzitter maant de verdachte tot kalmte en zegt hem dat hij de advocaat-generaal het woord moet laten doen en dat hij de zaal moet verlaten als hij niet rustig kan blijven.
De verdachte vervolgt:
Zo is mijn stem als ik boos ben. Mijn vader is hoog opgeleid. Ik haat mijn lijf voor mijn kleur.
Noot griffier: De voorzitter deelt mede dat de verdachte de zaal moet verlaten. De parketpolitie begeleidt de verdachte naar buiten.
De advocaat-generaal gaat verder met het requisitoir:
(...)
De voorzitter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van het gerechtshof de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van 10 oktober 2022 te 09.00 uur.”