Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van de cassatiemiddelen
3.Beslissing
3 december 2024.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 december 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 16 december 2022. De verdachte, geboren in 1984, was betrokken bij de opzetheling van 960 iPhones, een zaak die ook wel wordt aangeduid als 'mobiel banditisme'. De verdachte had een oproeping voor een nadere zitting in hoger beroep ontvangen op een adres in Roemenië. Hij stelde dat hij pas anderhalve dag voor de zitting op de hoogte was gesteld en dat het voor hem onmogelijk was om naar Nederland te reizen. Dit aanhoudingsverzoek werd door het hof afgewezen op basis van een belangenafweging.
De advocaat van de verdachte, Y. Moszkowicz, heeft cassatiemiddelen ingediend, maar de advocaat-generaal D.J.M.W. Paridaens heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. De Hoge Raad heeft de klachten over de uitspraak van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak. De Hoge Raad heeft geen verdere motivering gegeven, aangezien de beoordeling van de klachten niet vereist dat er antwoorden worden gegeven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.
Uiteindelijk heeft de Hoge Raad het beroep verworpen, waarmee de uitspraak van het gerechtshof in stand blijft. Deze uitspraak is van belang voor de rechtsontwikkeling met betrekking tot de procesvoering en de afweging van belangen in strafzaken.