Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het eerste cassatiemiddel
3.Beoordeling van het tweede cassatiemiddel
4.Beslissing
26 november 2024.
Hoge Raad
In deze zaak gaat het om een beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 8 februari 2022. De verdachte, geboren in 1965, heeft een schuur verhuurd aan anderen die daarin een drugslaboratorium hebben opgezet. Kort daarvoor was in andere door de verdachte verhuurde garages een hennepkwekerij aangetroffen. De Hoge Raad beoordeelt de klachten van de verdachte over medeplichtigheid aan de productie van amfetamine en voorbereidingshandelingen. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak, maar alleen wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf. De Hoge Raad oordeelt dat de klachten over de uitspraak van het hof niet kunnen leiden tot vernietiging, maar constateert dat de redelijke termijn van artikel 6 lid 1 van het EVRM is overschreden. Dit leidt tot een vermindering van de opgelegde gevangenisstraf van zestien maanden naar vijftien maanden. De Hoge Raad vernietigt de uitspraak van het hof, maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en verwerpt het beroep voor het overige.