ECLI:NL:HR:2024:1713
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep in cassatie wegens niet-betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 22 november 2024 uitspraak gedaan over het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma [X], vertegenwoordigd door A.F.M.J. Verhoeven. Het beroep was ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 15 november 2023, nummer 22/01794. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie beoordeeld en vastgesteld dat het griffierecht niet was voldaan. De griffier van de Hoge Raad had belanghebbende op 6 september 2024 gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en een termijn van vier weken gesteld voor betaling. Ondanks dat de brief op het opgegeven adres was afgeleverd, is het griffierecht niet betaald. Op 8 oktober 2024 heeft de griffier een bericht in het digitale dossier geplaatst, maar belanghebbende heeft van de gelegenheid om te reageren geen gebruik gemaakt. Hierdoor heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het beroep in cassatie niet-ontvankelijk moet worden verklaard op grond van artikel 8:41, lid 6, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. Het arrest is openbaar uitgesproken op 22 november 2024.