ECLI:NL:HR:2024:1617
Hoge Raad
- Artikel 80a RO-zaken
- Rechtspraak.nl
Cassatieberoep niet-ontvankelijk verklaard in belastingzaak tegen gemeente Amsterdam
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 8 november 2024 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam. Het beroep was gericht tegen een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam van 13 juni 2024, waarin het verzet van belanghebbende tegen een eerdere uitspraak van de Rechtbank van 21 juni 2023 werd behandeld. De Hoge Raad heeft de ontvankelijkheid van het cassatieberoep beoordeeld en geconcludeerd dat de klachten over de uitspraak van de Rechtbank niet kunnen slagen. Daarom heeft de Hoge Raad besloten om het beroep in cassatie niet-ontvankelijk te verklaren, gebruikmakend van artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken. Het arrest is vastgesteld door vice-president J.A.R. van Eijsden als voorzitter, samen met de raadsheren J. Wortel en A.E.H. van der Voort Maarschalk, en is in het openbaar uitgesproken in de raadkamer op 8 november 2024.