ECLI:NL:HR:2024:159

Hoge Raad

Datum uitspraak
2 februari 2024
Publicatiedatum
1 februari 2024
Zaaknummer
23/02519
Instantie
Hoge Raad
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Arbeidsrecht
Procedures
  • Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet wegens vechtpartij op de werkvloer en de mededelingseis

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 2 februari 2024 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure tussen een werknemer en zijn werkgever, Kwik-Fit Nederland B.V. De werknemer had beroep in cassatie ingesteld tegen een beschikking van het gerechtshof Den Haag, die op 4 april 2023 was gegeven. De Hoge Raad verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Den Haag van 3 november 2021 en 21 februari 2022, die relevant zijn voor het procesverloop. De werknemer was ontslagen op staande voet vanwege een vechtpartij op de werkvloer, waarbij de werkgever zich beroept op een dringende reden voor ontslag, zoals bedoeld in artikel 7:677 lid 1 BW.

De Hoge Raad heeft de klachten van de werknemer over de beschikking van het hof beoordeeld en geconcludeerd dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van de beschikking. De Hoge Raad heeft daarbij geen verdere motivering gegeven, omdat het niet nodig was om vragen te beantwoorden die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht, zoals vermeld in artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie.

In de beslissing heeft de Hoge Raad het beroep van de werknemer verworpen en hem veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie, die zijn begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met wettelijke rente indien deze kosten niet binnen veertien dagen na de uitspraak zijn voldaan. De uitspraak is gedaan door de vicepresident M.J. Kroeze en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en F.R. Salomons, en openbaar uitgesproken door raadsheer A.E.B. ter Heide.

Uitspraak

HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer23/02519
Datum2 februari 2024
BESCHIKKING
In de zaak van
[weknemer],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: werknemer,
advocaat: A.H. Vermeulen,
tegen
KWIK-FIT NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Harderwijk,
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: werkgever,
advocaat: S.F. Sagel.

1.Procesverloop

Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar:
a. de beschikkingen in de zaak 9286544/21-50403 van de rechtbank Den Haag van 3 november 2021 en 21 februari 2022;
b. de beschikking in de zaak 200.312.465/01 van het gerechtshof Den Haag van 4 april 2023.
Werknemer heeft tegen de beschikking van het hof beroep in cassatie ingesteld.
Werkgever heeft een verweerschrift tot verwerping ingediend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van werknemer heeft schriftelijk op die conclusie gereageerd.

2.Beoordeling van het middel

De Hoge Raad heeft de klachten over de beschikking van het hof beoordeeld. De uitkomst hiervan is dat deze klachten niet kunnen leiden tot vernietiging van die beschikking. De Hoge Raad hoeft niet te motiveren waarom hij tot dit oordeel is gekomen. Bij de beoordeling van deze klachten is het namelijk niet nodig om antwoord te geven op vragen die van belang zijn voor de eenheid of de ontwikkeling van het recht (zie artikel 81 lid 1 van de Wet op de rechterlijke organisatie).

3.Beslissing

De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [weknemer] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Kwik-Fit Nederland B.V. begroot op € 857,-- aan verschotten en € 1.800,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [weknemer] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Deze beschikking is gegeven door de vicepresident M.J. Kroeze als voorzitter en de raadsheren T.H. Tanja-van den Broek en F.R. Salomons, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A.E.B. ter Heide op
2 februari 2024.